Vervoeging van het werkwoord kristallisieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord kristallisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "kristallisieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich kristallisiere
- du kristallisierst
- er/sie/es kristallisiert
- wir kristallisieren
- ihr kristallisiert
- Sie kristallisieren
Perfekt
- ich habe kristallisiert
- du hast kristallisiert
- er/sie/es hat kristallisiert
- wir haben kristallisiert
- ihr habt kristallisiert
- Sie haben kristallisiert
Präteritum
- ich kristallisierte
- du kristallisiertest
- er/sie/es kristallisierte
- wir kristallisierten
- ihr kristallisiertet
- Sie kristallisierten
Plusquamperfekt
- ich hatte kristallisiert
- du hattest kristallisiert
- er/sie/es hatte kristallisiert
- wir hatten kristallisiert
- ihr hattet kristallisiert
- Sie hatten kristallisiert
Futur I
- ich werde kristallisieren
- du wirst kristallisieren
- er/sie/es wird kristallisieren
- wir werden kristallisieren
- ihr werdet kristallisieren
- Sie werden kristallisieren
Futur II
- ich werde kristallisiert haben
- du wirst kristallisiert haben
- er/sie/es wird kristallisiert haben
- wir werden kristallisiert haben
- ihr werdet kristallisiert haben
- Sie werden kristallisiert haben
Vervoeging van het werkwoord "kristallisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- kristallisiere (du)
- kristallisieren wir
- kristallisiert ihr
- kristallisieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "kristallisieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich kristallisiere
- du kristallisierest
- er/sie/es kristallisiere
- wir kristallisieren
- ihr kristallisieret
- Sie kristallisieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe kristallisiert
- du habest kristallisiert
- er/sie/es habe kristallisiert
- wir haben kristallisiert
- ihr habet kristallisiert
- Sie haben kristallisiert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde kristallisieren
- du werdest kristallisieren
- er/sie/es werde kristallisieren
- wir werden kristallisieren
- ihr werdet kristallisieren
- Sie werden kristallisieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde kristallisiert haben
- du werdest kristallisiert haben
- er/sie/es werde kristallisiert haben
- wir werden kristallisiert haben
- ihr werdet kristallisiert haben
- Sie werden kristallisiert haben
Vervoeging van het werkwoord "kristallisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich kristallisierte
- du kristallisiertest
- er/sie/es kristallisierte
- wir kristallisierten
- ihr kristallisiertet
- Sie kristallisierten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte kristallisiert
- du hättest kristallisiert
- er/sie/es hätte kristallisiert
- wir hätten kristallisiert
- ihr hättet kristallisiert
- Sie hätten kristallisiert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde kristallisieren
- du würdest kristallisieren
- er/sie/es würde kristallisieren
- wir würden kristallisieren
- ihr würdet kristallisieren
- Sie würden kristallisieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde kristallisiert haben
- du würdest kristallisiert haben
- er/sie/es würde kristallisiert haben
- wir würden kristallisiert haben
- ihr würdet kristallisiert haben
- Sie würden kristallisiert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
bähendränenhinüberschleudernhinzuerfindenköpfelnkriegenkriselnkritisierenkrummlegenlöffelnnachdoppelnpreiskegelnübermüdenverstaatlichen