Vervoeging van het werkwoord krankfeiern in alle Duitse tijden
                              
 
                              Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord krankfeiern in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
                              
 
                              Vervoeging van het werkwoord "krankfeiern" in de Indikativ tijd
                              
 
                              De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
                               
                                                                           Präsens
                                                                                - ich feiere krank
- du feierst krank
- er/sie/es feiert krank
- wir feiern krank
- ihr feiert krank
- Sie feiern krank
                                                                            Perfekt
                                                                                - ich habe krankgefeiert
- du hast krankgefeiert
- er/sie/es hat krankgefeiert
- wir haben krankgefeiert
- ihr habt krankgefeiert
- Sie haben krankgefeiert
                                                                            Präteritum
                                                                                - ich feierte krank
- du feiertest krank
- er/sie/es feierte krank
- wir feierten krank
- ihr feiertet krank
- Sie feierten krank
                                                                                                                                                Plusquamperfekt
                                                                                - ich hatte krankgefeiert
- du hattest krankgefeiert
- er/sie/es hatte krankgefeiert
- wir hatten krankgefeiert
- ihr hattet krankgefeiert
- Sie hatten krankgefeiert
                                                                            Futur I
                                                                                - ich werde krankfeiern
- du wirst krankfeiern
- er/sie/es wird krankfeiern
- wir werden krankfeiern
- ihr werdet krankfeiern
- Sie werden krankfeiern
                                                                            Futur II
                                                                                - ich werde krankgefeiert haben
- du wirst krankgefeiert haben
- er/sie/es wird krankgefeiert haben
- wir werden krankgefeiert haben
- ihr werdet krankgefeiert haben
- Sie werden krankgefeiert haben
                                                                     
                              Vervoeging van het werkwoord "krankfeiern" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
                              
                                 
                              De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
                              
                              De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
                              
                                                                                                            Imperativ Präsens
                                                                                - feiere (du) krank
- feiern wir krank
- feiert ihr krank
- feiern Sie krank
                                                                                                                                                                                  
                              Vervoeging van het werkwoord "krankfeiern" in de Konjunktiv I in het Duits
                              
                                 
                              De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv I Präsens
                                                                                - ich feiere krank
- du feierest krank
- er/sie/es feiere krank
- wir feiern krank
- ihr feiert krank
- Sie feiern krank
                                                                            Konjunktiv I Perfekt
                                                                                - ich habe krankgefeiert
- du habest krankgefeiert
- er/sie/es habe krankgefeiert
- wir haben krankgefeiert
- ihr habet krankgefeiert
- Sie haben krankgefeiert
                                                                                                                                                Konjunktiv I Futur I
                                                                                - ich werde krankfeiern
- du werdest krankfeiern
- er/sie/es werde krankfeiern
- wir werden krankfeiern
- ihr werdet krankfeiern
- Sie werden krankfeiern
                                                                            Konjunktiv I Futur II
                                                                                - ich werde krankgefeiert haben
- du werdest krankgefeiert haben
- er/sie/es werde krankgefeiert haben
- wir werden krankgefeiert haben
- ihr werdet krankgefeiert haben
- Sie werden krankgefeiert haben
                                                                      
                              Vervoeging van het werkwoord "krankfeiern" in de Konjunktiv II in het Duits.
                              
                                 
                              De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
                              
                              Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv II Präteritum
                                                                                - ich feierte krank
- du feiertest krank
- er/sie/es feierte krank
- wir feierten krank
- ihr feiertet krank
- Sie feierten krank
                                                                            Konjunktiv II Plusquamperfekt
                                                                                - ich hätte krankgefeiert
- du hättest krankgefeiert
- er/sie/es hätte krankgefeiert
- wir hätten krankgefeiert
- ihr hättet krankgefeiert
- Sie hätten krankgefeiert
                                                                                                                                                Konjunktiv II Futur I
                                                                                - ich würde krankfeiern
- du würdest krankfeiern
- er/sie/es würde krankfeiern
- wir würden krankfeiern
- ihr würdet krankfeiern
- Sie würden krankfeiern
                                                                            Konjunktiv II Futur II
                                                                                - ich würde krankgefeiert haben
- du würdest krankgefeiert haben
- er/sie/es würde krankgefeiert haben
- wir würden krankgefeiert haben
- ihr würdet krankgefeiert haben
- Sie würden krankgefeiert haben
                                                                      
                              Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
                              
                              
                                                                  
                              Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
                              auswertendissoziierenhinüberbegebenhinwegkommenkonspirierenkranenkränkenkranklachenkräuselnliebenmurmelnpostierenüberheizenversiebenfachen