Vervoeging van het werkwoord konsentieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord konsentieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "konsentieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich konsentiere
  • du konsentierst
  • er/sie/es konsentiert
  • wir konsentieren
  • ihr konsentiert
  • Sie konsentieren

Perfekt

  • ich habe konsentoren
  • du hast konsentoren
  • er/sie/es hat konsentoren
  • wir haben konsentoren
  • ihr habt konsentoren
  • Sie haben konsentoren

Präteritum

  • ich konsentor
  • du konsentorst
  • er/sie/es konsentor
  • wir konsentoren
  • ihr konsentort
  • Sie konsentoren

Plusquamperfekt

  • ich hatte konsentoren
  • du hattest konsentoren
  • er/sie/es hatte konsentoren
  • wir hatten konsentoren
  • ihr hattet konsentoren
  • Sie hatten konsentoren

Futur I

  • ich werde konsentieren
  • du wirst konsentieren
  • er/sie/es wird konsentieren
  • wir werden konsentieren
  • ihr werdet konsentieren
  • Sie werden konsentieren

Futur II

  • ich werde konsentoren haben
  • du wirst konsentoren haben
  • er/sie/es wird konsentoren haben
  • wir werden konsentoren haben
  • ihr werdet konsentoren haben
  • Sie werden konsentoren haben

Vervoeging van het werkwoord "konsentieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • konsentiere (du)
  • konsentieren wir
  • konsentiert ihr
  • konsentieren Sie
  • konsentier (du)
  • konsentieren wir
  • konsentiert ihr
  • konsentieren Sie

Infinitiv - Präsens

  • konsentieren

Infinitiv - Perfekt

  • konsentoren haben

Partizip Präsens

  • konsentierend

Partizip Perfekt

  • konsentoren

Vervoeging van het werkwoord "konsentieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich konsentiere
  • du konsentierest
  • er/sie/es konsentiere
  • wir konsentieren
  • ihr konsentieret
  • Sie konsentieren

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe konsentoren
  • du habest konsentoren
  • er/sie/es habe konsentoren
  • wir haben konsentoren
  • ihr habet konsentoren
  • Sie haben konsentoren

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde konsentieren
  • du werdest konsentieren
  • er/sie/es werde konsentieren
  • wir werden konsentieren
  • ihr werdet konsentieren
  • Sie werden konsentieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde konsentoren haben
  • du werdest konsentoren haben
  • er/sie/es werde konsentoren haben
  • wir werden konsentoren haben
  • ihr werdet konsentoren haben
  • Sie werden konsentoren haben

Vervoeging van het werkwoord "konsentieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich konsentöre
  • du konsentörest
  • er/sie/es konsentöre
  • wir konsentören
  • ihr konsentöret
  • Sie konsentören
  • ich konsentöre
  • du konsentörst
  • er/sie/es konsentöre
  • wir konsentören
  • ihr konsentört
  • Sie konsentören

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte konsentoren
  • du hättest konsentoren
  • er/sie/es hätte konsentoren
  • wir hätten konsentoren
  • ihr hättet konsentoren
  • Sie hätten konsentoren

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde konsentieren
  • du würdest konsentieren
  • er/sie/es würde konsentieren
  • wir würden konsentieren
  • ihr würdet konsentieren
  • Sie würden konsentieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde konsentoren haben
  • du würdest konsentoren haben
  • er/sie/es würde konsentoren haben
  • wir würden konsentoren haben
  • ihr würdet konsentoren haben
  • Sie würden konsentoren haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: deprimierenhinstehlenhinüberspringenknöpfenkonkretisierenkonsekrierenkonservierenkonstruierenlallenmitveranstaltenpirouettierenüberbeißenverschlacken