Vervoeging van het werkwoord intubieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord intubieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "intubieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich intubiere
  • du intubierst
  • er/sie/es intubiert
  • wir intubieren
  • ihr intubiert
  • Sie intubieren

Perfekt

  • ich habe intubiert
  • du hast intubiert
  • er/sie/es hat intubiert
  • wir haben intubiert
  • ihr habt intubiert
  • Sie haben intubiert

Präteritum

  • ich intubierte
  • du intubiertest
  • er/sie/es intubierte
  • wir intubierten
  • ihr intubiertet
  • Sie intubierten

Plusquamperfekt

  • ich hatte intubiert
  • du hattest intubiert
  • er/sie/es hatte intubiert
  • wir hatten intubiert
  • ihr hattet intubiert
  • Sie hatten intubiert

Futur I

  • ich werde intubieren
  • du wirst intubieren
  • er/sie/es wird intubieren
  • wir werden intubieren
  • ihr werdet intubieren
  • Sie werden intubieren

Futur II

  • ich werde intubiert haben
  • du wirst intubiert haben
  • er/sie/es wird intubiert haben
  • wir werden intubiert haben
  • ihr werdet intubiert haben
  • Sie werden intubiert haben

Vervoeging van het werkwoord "intubieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • intubiere (du)
  • intubieren wir
  • intubiert ihr
  • intubieren Sie

Infinitiv - Präsens

  • intubieren

Infinitiv - Perfekt

  • intubiert haben

Partizip Präsens

  • intubierend

Partizip Perfekt

  • intubiert

Vervoeging van het werkwoord "intubieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich intubiere
  • du intubierest
  • er/sie/es intubiere
  • wir intubieren
  • ihr intubieret
  • Sie intubieren

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe intubiert
  • du habest intubiert
  • er/sie/es habe intubiert
  • wir haben intubiert
  • ihr habet intubiert
  • Sie haben intubiert

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde intubieren
  • du werdest intubieren
  • er/sie/es werde intubieren
  • wir werden intubieren
  • ihr werdet intubieren
  • Sie werden intubieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde intubiert haben
  • du werdest intubiert haben
  • er/sie/es werde intubiert haben
  • wir werden intubiert haben
  • ihr werdet intubiert haben
  • Sie werden intubiert haben

Vervoeging van het werkwoord "intubieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich intubierte
  • du intubiertest
  • er/sie/es intubierte
  • wir intubierten
  • ihr intubiertet
  • Sie intubierten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte intubiert
  • du hättest intubiert
  • er/sie/es hätte intubiert
  • wir hätten intubiert
  • ihr hättet intubiert
  • Sie hätten intubiert

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde intubieren
  • du würdest intubieren
  • er/sie/es würde intubieren
  • wir würden intubieren
  • ihr würdet intubieren
  • Sie würden intubieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde intubiert haben
  • du würdest intubiert haben
  • er/sie/es würde intubiert haben
  • wir würden intubiert haben
  • ihr würdet intubiert haben
  • Sie würden intubiert haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: ausdockenbuddelnhinaushebenhineinbutternindigniereninterpretierenintrigiereninvalidisierenirregehenklackernlosbellennachwollenstimmenvergrößern