Vervoeging van het werkwoord indignieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord indignieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "indignieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich indigniere
  • du indignierst
  • er/sie/es indigniert
  • wir indignieren
  • ihr indigniert
  • Sie indignieren

Perfekt

  • ich habe indignoren
  • du hast indignoren
  • er/sie/es hat indignoren
  • wir haben indignoren
  • ihr habt indignoren
  • Sie haben indignoren

Präteritum

  • ich indignor
  • du indignorst
  • er/sie/es indignor
  • wir indignoren
  • ihr indignort
  • Sie indignoren

Plusquamperfekt

  • ich hatte indignoren
  • du hattest indignoren
  • er/sie/es hatte indignoren
  • wir hatten indignoren
  • ihr hattet indignoren
  • Sie hatten indignoren

Futur I

  • ich werde indignieren
  • du wirst indignieren
  • er/sie/es wird indignieren
  • wir werden indignieren
  • ihr werdet indignieren
  • Sie werden indignieren

Futur II

  • ich werde indignoren haben
  • du wirst indignoren haben
  • er/sie/es wird indignoren haben
  • wir werden indignoren haben
  • ihr werdet indignoren haben
  • Sie werden indignoren haben

Vervoeging van het werkwoord "indignieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • indigniere (du)
  • indignieren wir
  • indigniert ihr
  • indignieren Sie
  • indignier (du)
  • indignieren wir
  • indigniert ihr
  • indignieren Sie

Infinitiv - Präsens

  • indignieren

Infinitiv - Perfekt

  • indignoren haben

Partizip Präsens

  • indignierend

Partizip Perfekt

  • indignoren

Vervoeging van het werkwoord "indignieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich indigniere
  • du indignierest
  • er/sie/es indigniere
  • wir indignieren
  • ihr indignieret
  • Sie indignieren

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe indignoren
  • du habest indignoren
  • er/sie/es habe indignoren
  • wir haben indignoren
  • ihr habet indignoren
  • Sie haben indignoren

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde indignieren
  • du werdest indignieren
  • er/sie/es werde indignieren
  • wir werden indignieren
  • ihr werdet indignieren
  • Sie werden indignieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde indignoren haben
  • du werdest indignoren haben
  • er/sie/es werde indignoren haben
  • wir werden indignoren haben
  • ihr werdet indignoren haben
  • Sie werden indignoren haben

Vervoeging van het werkwoord "indignieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich indignöre
  • du indignörest
  • er/sie/es indignöre
  • wir indignören
  • ihr indignöret
  • Sie indignören
  • ich indignöre
  • du indignörst
  • er/sie/es indignöre
  • wir indignören
  • ihr indignört
  • Sie indignören

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte indignoren
  • du hättest indignoren
  • er/sie/es hätte indignoren
  • wir hätten indignoren
  • ihr hättet indignoren
  • Sie hätten indignoren

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde indignieren
  • du würdest indignieren
  • er/sie/es würde indignieren
  • wir würden indignieren
  • ihr würdet indignieren
  • Sie würden indignieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde indignoren haben
  • du würdest indignoren haben
  • er/sie/es würde indignoren haben
  • wir würden indignoren haben
  • ihr würdet indignoren haben
  • Sie würden indignoren haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: aufzeichnenbohnernhinaufgehenhinausstreckenhopsenimprägnierenindexierenindividualisierenineinanderlaufenkaressierenlegennachrecherchierensputenverfetten