Vervoeging van het werkwoord idolisieren in alle Duitse tijden
                              
 
                              Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord idolisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
                              
 
                              Vervoeging van het werkwoord "idolisieren" in de Indikativ tijd
                              
 
                              De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
                               
                                                                           Präsens
                                                                                - ich idolisiere
- du idolisierst
- er/sie/es idolisiert
- wir idolisieren
- ihr idolisiert
- Sie idolisieren
                                                                            Perfekt
                                                                                - ich habe idolisoren
- du hast idolisoren
- er/sie/es hat idolisoren
- wir haben idolisoren
- ihr habt idolisoren
- Sie haben idolisoren
                                                                            Präteritum
                                                                                - ich idolisor
- du idolisorst
- er/sie/es idolisor
- wir idolisoren
- ihr idolisort
- Sie idolisoren
                                                                                                                                                Plusquamperfekt
                                                                                - ich hatte idolisoren
- du hattest idolisoren
- er/sie/es hatte idolisoren
- wir hatten idolisoren
- ihr hattet idolisoren
- Sie hatten idolisoren
                                                                            Futur I
                                                                                - ich werde idolisieren
- du wirst idolisieren
- er/sie/es wird idolisieren
- wir werden idolisieren
- ihr werdet idolisieren
- Sie werden idolisieren
                                                                            Futur II
                                                                                - ich werde idolisoren haben
- du wirst idolisoren haben
- er/sie/es wird idolisoren haben
- wir werden idolisoren haben
- ihr werdet idolisoren haben
- Sie werden idolisoren haben
                                                                     
                              Vervoeging van het werkwoord "idolisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
                              
                                 
                              De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
                              
                              De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
                              
                                                                                                            Imperativ Präsens
                                                                                - idolisiere (du)
- idolisieren wir
- idolisiert ihr
- idolisieren Sie
- idolisier (du)
- idolisieren wir
- idolisiert ihr
- idolisieren Sie
                                                                                                                                                                                  
                              Vervoeging van het werkwoord "idolisieren" in de Konjunktiv I in het Duits
                              
                                 
                              De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv I Präsens
                                                                                - ich idolisiere
- du idolisierest
- er/sie/es idolisiere
- wir idolisieren
- ihr idolisieret
- Sie idolisieren
                                                                            Konjunktiv I Perfekt
                                                                                - ich habe idolisoren
- du habest idolisoren
- er/sie/es habe idolisoren
- wir haben idolisoren
- ihr habet idolisoren
- Sie haben idolisoren
                                                                                                                                                Konjunktiv I Futur I
                                                                                - ich werde idolisieren
- du werdest idolisieren
- er/sie/es werde idolisieren
- wir werden idolisieren
- ihr werdet idolisieren
- Sie werden idolisieren
                                                                            Konjunktiv I Futur II
                                                                                - ich werde idolisoren haben
- du werdest idolisoren haben
- er/sie/es werde idolisoren haben
- wir werden idolisoren haben
- ihr werdet idolisoren haben
- Sie werden idolisoren haben
                                                                      
                              Vervoeging van het werkwoord "idolisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
                              
                                 
                              De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
                              
                              Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv II Präteritum
                                                                                - ich idolisöre
- du idolisörest
- er/sie/es idolisöre
- wir idolisören
- ihr idolisöret
- Sie idolisören
- ich idolisöre
- du idolisörst
- er/sie/es idolisöre
- wir idolisören
- ihr idolisört
- Sie idolisören
                                                                            Konjunktiv II Plusquamperfekt
                                                                                - ich hätte idolisoren
- du hättest idolisoren
- er/sie/es hätte idolisoren
- wir hätten idolisoren
- ihr hättet idolisoren
- Sie hätten idolisoren
                                                                                                                                                Konjunktiv II Futur I
                                                                                - ich würde idolisieren
- du würdest idolisieren
- er/sie/es würde idolisieren
- wir würden idolisieren
- ihr würdet idolisieren
- Sie würden idolisieren
                                                                            Konjunktiv II Futur II
                                                                                - ich würde idolisoren haben
- du würdest idolisoren haben
- er/sie/es würde idolisoren haben
- wir würden idolisoren haben
- ihr würdet idolisoren haben
- Sie würden idolisoren haben
                                                                      
                              Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
                              
                              
                                                                  
                              Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
                              aufwalzenbleckenhinabreichenhinausrettenhochzeitenhypostasierenideologisierenignorierenimmatrikulierenkanonierenlatschennachkommenspitzhabenvereinnahmen