Vervoeging van het werkwoord hungern in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord hungern in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "hungern" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich hungere
- du hungerst
- er/sie/es hungert
- wir hungern
- ihr hungert
- Sie hungern
Perfekt
- ich habe gehungert
- du hast gehungert
- er/sie/es hat gehungert
- wir haben gehungert
- ihr habt gehungert
- Sie haben gehungert
Präteritum
- ich hungerte
- du hungertest
- er/sie/es hungerte
- wir hungerten
- ihr hungertet
- Sie hungerten
Plusquamperfekt
- ich hatte gehungert
- du hattest gehungert
- er/sie/es hatte gehungert
- wir hatten gehungert
- ihr hattet gehungert
- Sie hatten gehungert
Futur I
- ich werde hungern
- du wirst hungern
- er/sie/es wird hungern
- wir werden hungern
- ihr werdet hungern
- Sie werden hungern
Futur II
- ich werde gehungert haben
- du wirst gehungert haben
- er/sie/es wird gehungert haben
- wir werden gehungert haben
- ihr werdet gehungert haben
- Sie werden gehungert haben
Vervoeging van het werkwoord "hungern" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- hungere (du)
- hungern wir
- hungert ihr
- hungern Sie
Vervoeging van het werkwoord "hungern" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich hungere
- du hungerest
- er/sie/es hungere
- wir hungern
- ihr hungert
- Sie hungern
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe gehungert
- du habest gehungert
- er/sie/es habe gehungert
- wir haben gehungert
- ihr habet gehungert
- Sie haben gehungert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde hungern
- du werdest hungern
- er/sie/es werde hungern
- wir werden hungern
- ihr werdet hungern
- Sie werden hungern
Konjunktiv I Futur II
- ich werde gehungert haben
- du werdest gehungert haben
- er/sie/es werde gehungert haben
- wir werden gehungert haben
- ihr werdet gehungert haben
- Sie werden gehungert haben
Vervoeging van het werkwoord "hungern" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich hungerte
- du hungertest
- er/sie/es hungerte
- wir hungerten
- ihr hungertet
- Sie hungerten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte gehungert
- du hättest gehungert
- er/sie/es hätte gehungert
- wir hätten gehungert
- ihr hättet gehungert
- Sie hätten gehungert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde hungern
- du würdest hungern
- er/sie/es würde hungern
- wir würden hungern
- ihr würdet hungern
- Sie würden hungern
Konjunktiv II Futur II
- ich würde gehungert haben
- du würdest gehungert haben
- er/sie/es würde gehungert haben
- wir würden gehungert haben
- ihr würdet gehungert haben
- Sie würden gehungert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
aufstreuenbilanzierenhierherlockenhinausgelangenhochschnellenhüfenhumpelnhunzenhüstelnkalandernlahmliegennachfragenspechtelnverdrahten
