Vervoeging van het werkwoord himmeln in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord himmeln in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "himmeln" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich himmle
- du himmelst
- er/sie/es himmelt
- wir himmeln
- ihr himmelt
- Sie himmeln
- ich himmele
- du himmelst
- er/sie/es himmelt
- wir himmeln
- ihr himmelt
- Sie himmeln
Perfekt
- ich habe gehimmelt
- du hast gehimmelt
- er/sie/es hat gehimmelt
- wir haben gehimmelt
- ihr habt gehimmelt
- Sie haben gehimmelt
Präteritum
- ich himmelte
- du himmeltest
- er/sie/es himmelte
- wir himmelten
- ihr himmeltet
- Sie himmelten
Plusquamperfekt
- ich hatte gehimmelt
- du hattest gehimmelt
- er/sie/es hatte gehimmelt
- wir hatten gehimmelt
- ihr hattet gehimmelt
- Sie hatten gehimmelt
Futur I
- ich werde himmeln
- du wirst himmeln
- er/sie/es wird himmeln
- wir werden himmeln
- ihr werdet himmeln
- Sie werden himmeln
Futur II
- ich werde gehimmelt haben
- du wirst gehimmelt haben
- er/sie/es wird gehimmelt haben
- wir werden gehimmelt haben
- ihr werdet gehimmelt haben
- Sie werden gehimmelt haben
Vervoeging van het werkwoord "himmeln" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- himmle (du)
- himmeln wir
- himmelt ihr
- himmeln Sie
Vervoeging van het werkwoord "himmeln" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich himmle
- du himmlest
- er/sie/es himmle
- wir himmlen
- ihr himmlet
- Sie himmlen
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe gehimmelt
- du habest gehimmelt
- er/sie/es habe gehimmelt
- wir haben gehimmelt
- ihr habet gehimmelt
- Sie haben gehimmelt
Konjunktiv I Futur I
- ich werde himmeln
- du werdest himmeln
- er/sie/es werde himmeln
- wir werden himmeln
- ihr werdet himmeln
- Sie werden himmeln
Konjunktiv I Futur II
- ich werde gehimmelt haben
- du werdest gehimmelt haben
- er/sie/es werde gehimmelt haben
- wir werden gehimmelt haben
- ihr werdet gehimmelt haben
- Sie werden gehimmelt haben
Vervoeging van het werkwoord "himmeln" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich himmelte
- du himmeltest
- er/sie/es himmelte
- wir himmelten
- ihr himmeltet
- Sie himmelten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte gehimmelt
- du hättest gehimmelt
- er/sie/es hätte gehimmelt
- wir hätten gehimmelt
- ihr hättet gehimmelt
- Sie hätten gehimmelt
Konjunktiv II Futur I
- ich würde himmeln
- du würdest himmeln
- er/sie/es würde himmeln
- wir würden himmeln
- ihr würdet himmeln
- Sie würden himmeln
Konjunktiv II Futur II
- ich würde gehimmelt haben
- du würdest gehimmelt haben
- er/sie/es würde gehimmelt haben
- wir würden gehimmelt haben
- ihr würdet gehimmelt haben
- Sie würden gehimmelt haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
anbrandenauspflanzenheißlaufenheraufsetzenhervorragenhierherziehenhievenhinabbegebenhinabhängenhindeichselnhinwegkommenknutenreingebentotbeißen
