Vervoeging van het werkwoord herummanipulieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord herummanipulieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "herummanipulieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich manipuliere herum
  • du manipulierst herum
  • er/sie/es manipuliert herum
  • wir manipulieren herum
  • ihr manipuliert herum
  • Sie manipulieren herum

Perfekt

  • ich habe herummanipuliert
  • du hast herummanipuliert
  • er/sie/es hat herummanipuliert
  • wir haben herummanipuliert
  • ihr habt herummanipuliert
  • Sie haben herummanipuliert

Präteritum

  • ich manipulierte herum
  • du manipuliertest herum
  • er/sie/es manipulierte herum
  • wir manipulierten herum
  • ihr manipuliertet herum
  • Sie manipulierten herum

Plusquamperfekt

  • ich hatte herummanipuliert
  • du hattest herummanipuliert
  • er/sie/es hatte herummanipuliert
  • wir hatten herummanipuliert
  • ihr hattet herummanipuliert
  • Sie hatten herummanipuliert

Futur I

  • ich werde herummanipulieren
  • du wirst herummanipulieren
  • er/sie/es wird herummanipulieren
  • wir werden herummanipulieren
  • ihr werdet herummanipulieren
  • Sie werden herummanipulieren

Futur II

  • ich werde herummanipuliert haben
  • du wirst herummanipuliert haben
  • er/sie/es wird herummanipuliert haben
  • wir werden herummanipuliert haben
  • ihr werdet herummanipuliert haben
  • Sie werden herummanipuliert haben

Vervoeging van het werkwoord "herummanipulieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • manipuliere (du) herum
  • manipulieren wir herum
  • manipuliert ihr herum
  • manipulieren Sie herum

Infinitiv - Präsens

  • herummanipulieren

Infinitiv - Perfekt

  • herummanipuliert haben

Partizip Präsens

  • herummanipulierend

Partizip Perfekt

  • herummanipuliert

Vervoeging van het werkwoord "herummanipulieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich manipuliere herum
  • du manipulierest herum
  • er/sie/es manipuliere herum
  • wir manipulieren herum
  • ihr manipulieret herum
  • Sie manipulieren herum

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe herummanipuliert
  • du habest herummanipuliert
  • er/sie/es habe herummanipuliert
  • wir haben herummanipuliert
  • ihr habet herummanipuliert
  • Sie haben herummanipuliert

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde herummanipulieren
  • du werdest herummanipulieren
  • er/sie/es werde herummanipulieren
  • wir werden herummanipulieren
  • ihr werdet herummanipulieren
  • Sie werden herummanipulieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde herummanipuliert haben
  • du werdest herummanipuliert haben
  • er/sie/es werde herummanipuliert haben
  • wir werden herummanipuliert haben
  • ihr werdet herummanipuliert haben
  • Sie werden herummanipuliert haben

Vervoeging van het werkwoord "herummanipulieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich manipulierte herum
  • du manipuliertest herum
  • er/sie/es manipulierte herum
  • wir manipulierten herum
  • ihr manipuliertet herum
  • Sie manipulierten herum

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte herummanipuliert
  • du hättest herummanipuliert
  • er/sie/es hätte herummanipuliert
  • wir hätten herummanipuliert
  • ihr hättet herummanipuliert
  • Sie hätten herummanipuliert

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde herummanipulieren
  • du würdest herummanipulieren
  • er/sie/es würde herummanipulieren
  • wir würden herummanipulieren
  • ihr würdet herummanipulieren
  • Sie würden herummanipulieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde herummanipuliert haben
  • du würdest herummanipuliert haben
  • er/sie/es würde herummanipuliert haben
  • wir würden herummanipuliert haben
  • ihr würdet herummanipuliert haben
  • Sie würden herummanipuliert haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: abschälenausbaldowerngemeinmachengradestehenherumblödelnherumlegenherummäkelnherummaulenherumprobierenheruntersollenhineinzwängeninterpellierenpromotenspulen