Vervoeging van het werkwoord heranblühen in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord heranblühen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "heranblühen" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich blühe heran
- du blühst heran
- er/sie/es blüht heran
- wir blühen heran
- ihr blüht heran
- Sie blühen heran
Perfekt
- ich habe herangeblüht
- du hast herangeblüht
- er/sie/es hat herangeblüht
- wir haben herangeblüht
- ihr habt herangeblüht
- Sie haben herangeblüht
Präteritum
- ich blühte heran
- du blühtest heran
- er/sie/es blühte heran
- wir blühten heran
- ihr blühtet heran
- Sie blühten heran
Plusquamperfekt
- ich hatte herangeblüht
- du hattest herangeblüht
- er/sie/es hatte herangeblüht
- wir hatten herangeblüht
- ihr hattet herangeblüht
- Sie hatten herangeblüht
Futur I
- ich werde heranblühen
- du wirst heranblühen
- er/sie/es wird heranblühen
- wir werden heranblühen
- ihr werdet heranblühen
- Sie werden heranblühen
Futur II
- ich werde herangeblüht haben
- du wirst herangeblüht haben
- er/sie/es wird herangeblüht haben
- wir werden herangeblüht haben
- ihr werdet herangeblüht haben
- Sie werden herangeblüht haben
Vervoeging van het werkwoord "heranblühen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- blühe (du) heran
- blühen wir heran
- blüht ihr heran
- blühen Sie heran
Vervoeging van het werkwoord "heranblühen" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich blühe heran
- du blühest heran
- er/sie/es blühe heran
- wir blühen heran
- ihr blühet heran
- Sie blühen heran
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe herangeblüht
- du habest herangeblüht
- er/sie/es habe herangeblüht
- wir haben herangeblüht
- ihr habet herangeblüht
- Sie haben herangeblüht
Konjunktiv I Futur I
- ich werde heranblühen
- du werdest heranblühen
- er/sie/es werde heranblühen
- wir werden heranblühen
- ihr werdet heranblühen
- Sie werden heranblühen
Konjunktiv I Futur II
- ich werde herangeblüht haben
- du werdest herangeblüht haben
- er/sie/es werde herangeblüht haben
- wir werden herangeblüht haben
- ihr werdet herangeblüht haben
- Sie werden herangeblüht haben
Vervoeging van het werkwoord "heranblühen" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich blühte heran
- du blühtest heran
- er/sie/es blühte heran
- wir blühten heran
- ihr blühtet heran
- Sie blühten heran
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte herangeblüht
- du hättest herangeblüht
- er/sie/es hätte herangeblüht
- wir hätten herangeblüht
- ihr hättet herangeblüht
- Sie hätten herangeblüht
Konjunktiv II Futur I
- ich würde heranblühen
- du würdest heranblühen
- er/sie/es würde heranblühen
- wir würden heranblühen
- ihr würdet heranblühen
- Sie würden heranblühen
Konjunktiv II Futur II
- ich würde herangeblüht haben
- du würdest herangeblüht haben
- er/sie/es würde herangeblüht haben
- wir würden herangeblüht haben
- ihr würdet herangeblüht haben
- Sie würden herangeblüht haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
anstiftenfalschliegenfesttretenheiligsprechenherabstufenheranbildenheranbrandenheranfliegenherausschiebenherunterführenhinschmelzennachsetzensättigen
