Vervoeging van het werkwoord googeln in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord googeln in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "googeln" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • er/sie/es googelt

Perfekt

  • ich habe gegoogelt
  • du hast gegoogelt
  • er/sie/es hat gegoogelt
  • wir haben gegoogelt
  • ihr habt gegoogelt
  • Sie haben gegoogelt

Präteritum

  • er/sie/es googelte

Plusquamperfekt

  • ich hatte gegoogelt
  • du hattest gegoogelt
  • er/sie/es hatte gegoogelt
  • wir hatten gegoogelt
  • ihr hattet gegoogelt
  • Sie hatten gegoogelt

Futur I

  • ich werde googeln
  • du wirst googeln
  • er/sie/es wird googeln
  • wir werden googeln
  • ihr werdet googeln
  • Sie werden googeln

Futur II

  • ich werde gegoogelt haben
  • du wirst gegoogelt haben
  • er/sie/es wird gegoogelt haben
  • wir werden gegoogelt haben
  • ihr werdet gegoogelt haben
  • Sie werden gegoogelt haben

Vervoeging van het werkwoord "googeln" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

Infinitiv - Präsens

  • googeln

Infinitiv - Perfekt

  • gegoogelt haben

Partizip Präsens

  • googelnd

Partizip Perfekt

  • gegoogelt

Vervoeging van het werkwoord "googeln" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • er/sie/es google

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe gegoogelt
  • du habest gegoogelt
  • er/sie/es habe gegoogelt
  • wir haben gegoogelt
  • ihr habet gegoogelt
  • Sie haben gegoogelt

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde googeln
  • du werdest googeln
  • er/sie/es werde googeln
  • wir werden googeln
  • ihr werdet googeln
  • Sie werden googeln

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde gegoogelt haben
  • du werdest gegoogelt haben
  • er/sie/es werde gegoogelt haben
  • wir werden gegoogelt haben
  • ihr werdet gegoogelt haben
  • Sie werden gegoogelt haben

Vervoeging van het werkwoord "googeln" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • er/sie/es googelte

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte gegoogelt
  • du hättest gegoogelt
  • er/sie/es hätte gegoogelt
  • wir hätten gegoogelt
  • ihr hättet gegoogelt
  • Sie hätten gegoogelt

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde googeln
  • du würdest googeln
  • er/sie/es würde googeln
  • wir würden googeln
  • ihr würdet googeln
  • Sie würden googeln

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde gegoogelt haben
  • du würdest gegoogelt haben
  • er/sie/es würde gegoogelt haben
  • wir würden gegoogelt haben
  • ihr würdet gegoogelt haben
  • Sie würden gegoogelt haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: anknöpfenerküreneruierengewährenglupschengönnengotisierengramselnhellsehenherüberschallenhineinarbeitenmittrinkenrezidivierenzusammenstoppeln