Vervoeging van het werkwoord geringachten in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord geringachten in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "geringachten" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich achte gering
  • du achtest gering
  • er/sie/es achtet gering
  • wir achten gering
  • ihr achtet gering
  • Sie achten gering

Perfekt

  • ich habe geringgeachtet
  • du hast geringgeachtet
  • er/sie/es hat geringgeachtet
  • wir haben geringgeachtet
  • ihr habt geringgeachtet
  • Sie haben geringgeachtet

Präteritum

  • ich achtete gering
  • du achtetest gering
  • er/sie/es achtete gering
  • wir achteten gering
  • ihr achtetet gering
  • Sie achteten gering

Plusquamperfekt

  • ich hatte geringgeachtet
  • du hattest geringgeachtet
  • er/sie/es hatte geringgeachtet
  • wir hatten geringgeachtet
  • ihr hattet geringgeachtet
  • Sie hatten geringgeachtet

Futur I

  • ich werde geringachten
  • du wirst geringachten
  • er/sie/es wird geringachten
  • wir werden geringachten
  • ihr werdet geringachten
  • Sie werden geringachten

Futur II

  • ich werde geringgeachtet haben
  • du wirst geringgeachtet haben
  • er/sie/es wird geringgeachtet haben
  • wir werden geringgeachtet haben
  • ihr werdet geringgeachtet haben
  • Sie werden geringgeachtet haben

Vervoeging van het werkwoord "geringachten" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • achte (du) gering
  • achten wir gering
  • achtet ihr gering
  • achten Sie gering

Infinitiv - Präsens

  • geringachten

Infinitiv - Perfekt

  • geringgeachtet haben

Partizip Präsens

  • geringachtend

Partizip Perfekt

  • geringgeachtet

Vervoeging van het werkwoord "geringachten" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich achte gering
  • du achtest gering
  • er/sie/es achte gering
  • wir achten gering
  • ihr achtet gering
  • Sie achten gering

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe geringgeachtet
  • du habest geringgeachtet
  • er/sie/es habe geringgeachtet
  • wir haben geringgeachtet
  • ihr habet geringgeachtet
  • Sie haben geringgeachtet

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde geringachten
  • du werdest geringachten
  • er/sie/es werde geringachten
  • wir werden geringachten
  • ihr werdet geringachten
  • Sie werden geringachten

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde geringgeachtet haben
  • du werdest geringgeachtet haben
  • er/sie/es werde geringgeachtet haben
  • wir werden geringgeachtet haben
  • ihr werdet geringgeachtet haben
  • Sie werden geringgeachtet haben

Vervoeging van het werkwoord "geringachten" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich achtete gering
  • du achtetest gering
  • er/sie/es achtete gering
  • wir achteten gering
  • ihr achtetet gering
  • Sie achteten gering

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte geringgeachtet
  • du hättest geringgeachtet
  • er/sie/es hätte geringgeachtet
  • wir hätten geringgeachtet
  • ihr hättet geringgeachtet
  • Sie hätten geringgeachtet

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde geringachten
  • du würdest geringachten
  • er/sie/es würde geringachten
  • wir würden geringachten
  • ihr würdet geringachten
  • Sie würden geringachten

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde geringgeachtet haben
  • du würdest geringgeachtet haben
  • er/sie/es würde geringgeachtet haben
  • wir würden geringgeachtet haben
  • ihr würdet geringgeachtet haben
  • Sie würden geringgeachtet haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: anfindenepilierenermessengefallengeradestehengerierengeringschätzengestattenahmenhereinziehenhinausmüssenmiterlebenreintrauenzusammenfliessen