Vervoeging van het werkwoord gastroskopieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord gastroskopieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "gastroskopieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich gastroskopiere
- du gastroskopierst
- er/sie/es gastroskopiert
- wir gastroskopieren
- ihr gastroskopiert
- Sie gastroskopieren
Perfekt
- ich habe gastroskoporen
- du hast gastroskoporen
- er/sie/es hat gastroskoporen
- wir haben gastroskoporen
- ihr habt gastroskoporen
- Sie haben gastroskoporen
Präteritum
- ich gastroskopor
- du gastroskoporst
- er/sie/es gastroskopor
- wir gastroskoporen
- ihr gastroskoport
- Sie gastroskoporen
Plusquamperfekt
- ich hatte gastroskoporen
- du hattest gastroskoporen
- er/sie/es hatte gastroskoporen
- wir hatten gastroskoporen
- ihr hattet gastroskoporen
- Sie hatten gastroskoporen
Futur I
- ich werde gastroskopieren
- du wirst gastroskopieren
- er/sie/es wird gastroskopieren
- wir werden gastroskopieren
- ihr werdet gastroskopieren
- Sie werden gastroskopieren
Futur II
- ich werde gastroskoporen haben
- du wirst gastroskoporen haben
- er/sie/es wird gastroskoporen haben
- wir werden gastroskoporen haben
- ihr werdet gastroskoporen haben
- Sie werden gastroskoporen haben
Vervoeging van het werkwoord "gastroskopieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- gastroskopiere (du)
- gastroskopieren wir
- gastroskopiert ihr
- gastroskopieren Sie
- gastroskopier (du)
- gastroskopieren wir
- gastroskopiert ihr
- gastroskopieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "gastroskopieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich gastroskopiere
- du gastroskopierest
- er/sie/es gastroskopiere
- wir gastroskopieren
- ihr gastroskopieret
- Sie gastroskopieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe gastroskoporen
- du habest gastroskoporen
- er/sie/es habe gastroskoporen
- wir haben gastroskoporen
- ihr habet gastroskoporen
- Sie haben gastroskoporen
Konjunktiv I Futur I
- ich werde gastroskopieren
- du werdest gastroskopieren
- er/sie/es werde gastroskopieren
- wir werden gastroskopieren
- ihr werdet gastroskopieren
- Sie werden gastroskopieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde gastroskoporen haben
- du werdest gastroskoporen haben
- er/sie/es werde gastroskoporen haben
- wir werden gastroskoporen haben
- ihr werdet gastroskoporen haben
- Sie werden gastroskoporen haben
Vervoeging van het werkwoord "gastroskopieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich gastroskopöre
- du gastroskopörest
- er/sie/es gastroskopöre
- wir gastroskopören
- ihr gastroskopöret
- Sie gastroskopören
- ich gastroskopöre
- du gastroskopörst
- er/sie/es gastroskopöre
- wir gastroskopören
- ihr gastroskopört
- Sie gastroskopören
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte gastroskoporen
- du hättest gastroskoporen
- er/sie/es hätte gastroskoporen
- wir hätten gastroskoporen
- ihr hättet gastroskoporen
- Sie hätten gastroskoporen
Konjunktiv II Futur I
- ich würde gastroskopieren
- du würdest gastroskopieren
- er/sie/es würde gastroskopieren
- wir würden gastroskopieren
- ihr würdet gastroskopieren
- Sie würden gastroskopieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde gastroskoporen haben
- du würdest gastroskoporen haben
- er/sie/es würde gastroskoporen haben
- wir würden gastroskoporen haben
- ihr würdet gastroskoporen haben
- Sie würden gastroskoporen haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
anbellenentrümpelnerdreistenfrittierengarnierengastierengattengebarengönnenherbeifliegenhinaufbringenmaximierenreckenzurückscheuchen