Vervoeging van het werkwoord fokussieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord fokussieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "fokussieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich fokussiere
  • du fokussierst
  • er/sie/es fokussiert
  • wir fokussieren
  • ihr fokussiert
  • Sie fokussieren

Perfekt

  • ich habe fokussiert
  • du hast fokussiert
  • er/sie/es hat fokussiert
  • wir haben fokussiert
  • ihr habt fokussiert
  • Sie haben fokussiert

Präteritum

  • ich fokussierte
  • du fokussiertest
  • er/sie/es fokussierte
  • wir fokussierten
  • ihr fokussiertet
  • Sie fokussierten

Plusquamperfekt

  • ich hatte fokussiert
  • du hattest fokussiert
  • er/sie/es hatte fokussiert
  • wir hatten fokussiert
  • ihr hattet fokussiert
  • Sie hatten fokussiert

Futur I

  • ich werde fokussieren
  • du wirst fokussieren
  • er/sie/es wird fokussieren
  • wir werden fokussieren
  • ihr werdet fokussieren
  • Sie werden fokussieren

Futur II

  • ich werde fokussiert haben
  • du wirst fokussiert haben
  • er/sie/es wird fokussiert haben
  • wir werden fokussiert haben
  • ihr werdet fokussiert haben
  • Sie werden fokussiert haben

Vervoeging van het werkwoord "fokussieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • fokussiere (du)
  • fokussieren wir
  • fokussiert ihr
  • fokussieren Sie

Infinitiv - Präsens

  • fokussieren

Infinitiv - Perfekt

  • fokussiert haben

Partizip Präsens

  • fokussierend

Partizip Perfekt

  • fokussiert

Vervoeging van het werkwoord "fokussieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich fokussiere
  • du fokussierest
  • er/sie/es fokussiere
  • wir fokussieren
  • ihr fokussieret
  • Sie fokussieren

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe fokussiert
  • du habest fokussiert
  • er/sie/es habe fokussiert
  • wir haben fokussiert
  • ihr habet fokussiert
  • Sie haben fokussiert

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde fokussieren
  • du werdest fokussieren
  • er/sie/es werde fokussieren
  • wir werden fokussieren
  • ihr werdet fokussieren
  • Sie werden fokussieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde fokussiert haben
  • du werdest fokussiert haben
  • er/sie/es werde fokussiert haben
  • wir werden fokussiert haben
  • ihr werdet fokussiert haben
  • Sie werden fokussiert haben

Vervoeging van het werkwoord "fokussieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich fokussierte
  • du fokussiertest
  • er/sie/es fokussierte
  • wir fokussierten
  • ihr fokussiertet
  • Sie fokussierten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte fokussiert
  • du hättest fokussiert
  • er/sie/es hätte fokussiert
  • wir hätten fokussiert
  • ihr hättet fokussiert
  • Sie hätten fokussiert

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde fokussieren
  • du würdest fokussieren
  • er/sie/es würde fokussieren
  • wir würden fokussieren
  • ihr würdet fokussieren
  • Sie würden fokussieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde fokussiert haben
  • du würdest fokussiert haben
  • er/sie/es würde fokussiert haben
  • wir würden fokussiert haben
  • ihr würdet fokussiert haben
  • Sie würden fokussiert haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: abschuppenemportauchenentgegenwälzenfirmenflüssigmachenföhnenfolgenformalisierenfundierenherangetrauenherumwerfenleerpumpenprozedierenzubuttern