Vervoeging van het werkwoord exterritorialisieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord exterritorialisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "exterritorialisieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich exterritorialisiere
  • du exterritorialisierst
  • er/sie/es exterritorialisiert
  • wir exterritorialisieren
  • ihr exterritorialisiert
  • Sie exterritorialisieren

Perfekt

  • ich habe exterritorialisoren
  • du hast exterritorialisoren
  • er/sie/es hat exterritorialisoren
  • wir haben exterritorialisoren
  • ihr habt exterritorialisoren
  • Sie haben exterritorialisoren

Präteritum

  • ich exterritorialisor
  • du exterritorialisorst
  • er/sie/es exterritorialisor
  • wir exterritorialisoren
  • ihr exterritorialisort
  • Sie exterritorialisoren

Plusquamperfekt

  • ich hatte exterritorialisoren
  • du hattest exterritorialisoren
  • er/sie/es hatte exterritorialisoren
  • wir hatten exterritorialisoren
  • ihr hattet exterritorialisoren
  • Sie hatten exterritorialisoren

Futur I

  • ich werde exterritorialisieren
  • du wirst exterritorialisieren
  • er/sie/es wird exterritorialisieren
  • wir werden exterritorialisieren
  • ihr werdet exterritorialisieren
  • Sie werden exterritorialisieren

Futur II

  • ich werde exterritorialisoren haben
  • du wirst exterritorialisoren haben
  • er/sie/es wird exterritorialisoren haben
  • wir werden exterritorialisoren haben
  • ihr werdet exterritorialisoren haben
  • Sie werden exterritorialisoren haben

Vervoeging van het werkwoord "exterritorialisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • exterritorialisiere (du)
  • exterritorialisieren wir
  • exterritorialisiert ihr
  • exterritorialisieren Sie
  • exterritorialisier (du)
  • exterritorialisieren wir
  • exterritorialisiert ihr
  • exterritorialisieren Sie

Infinitiv - Präsens

  • exterritorialisieren

Infinitiv - Perfekt

  • exterritorialisoren haben

Partizip Präsens

  • exterritorialisierend

Partizip Perfekt

  • exterritorialisoren

Vervoeging van het werkwoord "exterritorialisieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich exterritorialisiere
  • du exterritorialisierest
  • er/sie/es exterritorialisiere
  • wir exterritorialisieren
  • ihr exterritorialisieret
  • Sie exterritorialisieren

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe exterritorialisoren
  • du habest exterritorialisoren
  • er/sie/es habe exterritorialisoren
  • wir haben exterritorialisoren
  • ihr habet exterritorialisoren
  • Sie haben exterritorialisoren

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde exterritorialisieren
  • du werdest exterritorialisieren
  • er/sie/es werde exterritorialisieren
  • wir werden exterritorialisieren
  • ihr werdet exterritorialisieren
  • Sie werden exterritorialisieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde exterritorialisoren haben
  • du werdest exterritorialisoren haben
  • er/sie/es werde exterritorialisoren haben
  • wir werden exterritorialisoren haben
  • ihr werdet exterritorialisoren haben
  • Sie werden exterritorialisoren haben

Vervoeging van het werkwoord "exterritorialisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich exterritorialisöre
  • du exterritorialisörest
  • er/sie/es exterritorialisöre
  • wir exterritorialisören
  • ihr exterritorialisöret
  • Sie exterritorialisören
  • ich exterritorialisöre
  • du exterritorialisörst
  • er/sie/es exterritorialisöre
  • wir exterritorialisören
  • ihr exterritorialisört
  • Sie exterritorialisören

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte exterritorialisoren
  • du hättest exterritorialisoren
  • er/sie/es hätte exterritorialisoren
  • wir hätten exterritorialisoren
  • ihr hättet exterritorialisoren
  • Sie hätten exterritorialisoren

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde exterritorialisieren
  • du würdest exterritorialisieren
  • er/sie/es würde exterritorialisieren
  • wir würden exterritorialisieren
  • ihr würdet exterritorialisieren
  • Sie würden exterritorialisieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde exterritorialisoren haben
  • du würdest exterritorialisoren haben
  • er/sie/es würde exterritorialisoren haben
  • wir würden exterritorialisoren haben
  • ihr würdet exterritorialisoren haben
  • Sie würden exterritorialisoren haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: abgelteneinpfropfeneinsprengenerwahrenexportierenexternalisierenextrahierenfabulierenfitmachenglobalisierenherniederschwebenkondensierenpathologisierenwiedertreffen