Vervoeging van het werkwoord ertrinken in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord ertrinken in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "ertrinken" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich ertrinke
  • du ertrinkst
  • er/sie/es ertrinkt
  • wir ertrinken
  • ihr ertrinkt
  • Sie ertrinken

Perfekt

  • ich bin ertrunken
  • du bist ertrunken
  • er/sie/es ist ertrunken
  • wir sind ertrunken
  • ihr seid ertrunken
  • Sie sind ertrunken

Präteritum

  • ich ertrank
  • du ertrankst
  • er/sie/es ertrank
  • wir ertranken
  • ihr ertrankt
  • Sie ertranken

Plusquamperfekt

  • ich war ertrunken
  • du warst ertrunken
  • er/sie/es war ertrunken
  • wir waren ertrunken
  • ihr wart ertrunken
  • Sie waren ertrunken

Futur I

  • ich werde ertrinken
  • du wirst ertrinken
  • er/sie/es wird ertrinken
  • wir werden ertrinken
  • ihr werdet ertrinken
  • Sie werden ertrinken

Futur II

  • ich werde ertrunken sein
  • du wirst ertrunken sein
  • er/sie/es wird ertrunken sein
  • wir werden ertrunken sein
  • ihr werdet ertrunken sein
  • Sie werden ertrunken sein

Vervoeging van het werkwoord "ertrinken" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • ertrinke (du)
  • ertrinken wir
  • ertrinkt ihr
  • ertrinken Sie
  • ertrink (du)
  • ertrinken wir
  • ertrinkt ihr
  • ertrinken Sie

Infinitiv - Präsens

  • ertrinken

Infinitiv - Perfekt

  • ertrunken sein

Partizip Präsens

  • ertrinkend

Partizip Perfekt

  • ertrunken

Vervoeging van het werkwoord "ertrinken" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich ertrinke
  • du ertrinkest
  • er/sie/es ertrinke
  • wir ertrinken
  • ihr ertrinket
  • Sie ertrinken

Konjunktiv I Perfekt

  • ich sei ertrunken
  • du seiest ertrunken
  • er/sie/es sei ertrunken
  • wir seien ertrunken
  • ihr seiet ertrunken
  • Sie seien ertrunken

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde ertrinken
  • du werdest ertrinken
  • er/sie/es werde ertrinken
  • wir werden ertrinken
  • ihr werdet ertrinken
  • Sie werden ertrinken

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde ertrunken sein
  • du werdest ertrunken sein
  • er/sie/es werde ertrunken sein
  • wir werden ertrunken sein
  • ihr werdet ertrunken sein
  • Sie werden ertrunken sein

Vervoeging van het werkwoord "ertrinken" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich ertränke
  • du ertränkest
  • er/sie/es ertränke
  • wir ertränken
  • ihr ertränket
  • Sie ertränken

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich wäre ertrunken
  • du wärest ertrunken
  • er/sie/es wäre ertrunken
  • wir wären ertrunken
  • ihr wäret ertrunken
  • Sie wären ertrunken

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde ertrinken
  • du würdest ertrinken
  • er/sie/es würde ertrinken
  • wir würden ertrinken
  • ihr würdet ertrinken
  • Sie würden ertrinken

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde ertrunken sein
  • du würdest ertrunken sein
  • er/sie/es würde ertrunken sein
  • wir würden ertrunken sein
  • ihr würdet ertrunken sein
  • Sie würden ertrunken sein

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: abblüheneinklammerneinrostenerpressenertaubenerträumenertrotzenerwählenfertigkriegengeradestellenhereindürfenkluckenoffenstehenwiderklingen