Vervoeging van het werkwoord erlangen in alle Duitse tijden
                              
 
                              Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord erlangen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
                              
 
                              Vervoeging van het werkwoord "erlangen" in de Indikativ tijd
                              
 
                              De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
                               
                                                                           Präsens
                                                                                - ich erlange
- du erlangst
- er/sie/es erlangt
- wir erlangen
- ihr erlangt
- Sie erlangen
                                                                            Perfekt
                                                                                - ich habe erlangt
- du hast erlangt
- er/sie/es hat erlangt
- wir haben erlangt
- ihr habt erlangt
- Sie haben erlangt
                                                                            Präteritum
                                                                                - ich erlangte
- du erlangtest
- er/sie/es erlangte
- wir erlangten
- ihr erlangtet
- Sie erlangten
                                                                                                                                                Plusquamperfekt
                                                                                - ich hatte erlangt
- du hattest erlangt
- er/sie/es hatte erlangt
- wir hatten erlangt
- ihr hattet erlangt
- Sie hatten erlangt
                                                                            Futur I
                                                                                - ich werde erlangen
- du wirst erlangen
- er/sie/es wird erlangen
- wir werden erlangen
- ihr werdet erlangen
- Sie werden erlangen
                                                                            Futur II
                                                                                - ich werde erlangt haben
- du wirst erlangt haben
- er/sie/es wird erlangt haben
- wir werden erlangt haben
- ihr werdet erlangt haben
- Sie werden erlangt haben
                                                                     
                              Vervoeging van het werkwoord "erlangen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
                              
                                 
                              De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
                              
                              De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
                              
                                                                                                            Imperativ Präsens
                                                                                - erlange (du)
- erlangen wir
- erlangt ihr
- erlangen Sie
                                                                                                                                                                                  
                              Vervoeging van het werkwoord "erlangen" in de Konjunktiv I in het Duits
                              
                                 
                              De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv I Präsens
                                                                                - ich erlange
- du erlangest
- er/sie/es erlange
- wir erlangen
- ihr erlanget
- Sie erlangen
                                                                            Konjunktiv I Perfekt
                                                                                - ich habe erlangt
- du habest erlangt
- er/sie/es habe erlangt
- wir haben erlangt
- ihr habet erlangt
- Sie haben erlangt
                                                                                                                                                Konjunktiv I Futur I
                                                                                - ich werde erlangen
- du werdest erlangen
- er/sie/es werde erlangen
- wir werden erlangen
- ihr werdet erlangen
- Sie werden erlangen
                                                                            Konjunktiv I Futur II
                                                                                - ich werde erlangt haben
- du werdest erlangt haben
- er/sie/es werde erlangt haben
- wir werden erlangt haben
- ihr werdet erlangt haben
- Sie werden erlangt haben
                                                                      
                              Vervoeging van het werkwoord "erlangen" in de Konjunktiv II in het Duits.
                              
                                 
                              De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
                              
                              Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv II Präteritum
                                                                                - ich erlangte
- du erlangtest
- er/sie/es erlangte
- wir erlangten
- ihr erlangtet
- Sie erlangten
                                                                            Konjunktiv II Plusquamperfekt
                                                                                - ich hätte erlangt
- du hättest erlangt
- er/sie/es hätte erlangt
- wir hätten erlangt
- ihr hättet erlangt
- Sie hätten erlangt
                                                                                                                                                Konjunktiv II Futur I
                                                                                - ich würde erlangen
- du würdest erlangen
- er/sie/es würde erlangen
- wir würden erlangen
- ihr würdet erlangen
- Sie würden erlangen
                                                                            Konjunktiv II Futur II
                                                                                - ich würde erlangt haben
- du würdest erlangt haben
- er/sie/es würde erlangt haben
- wir würden erlangt haben
- ihr würdet erlangt haben
- Sie würden erlangt haben
                                                                      
                              Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
                              
                              
                                                                  
                              Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
                              einbügelneinklopfenerdenerkrankenerlahmenerlassenerleidenexplantierenfutternherausreitenkatalogisierennibbelnweitermüssen