Vervoeging van het werkwoord erhoffen in alle Duitse tijden
                              
 
                              Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord erhoffen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
                              
 
                              Vervoeging van het werkwoord "erhoffen" in de Indikativ tijd
                              
 
                              De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
                               
                                                                           Präsens
                                                                                - ich erhoffe
- du erhoffst
- er/sie/es erhofft
- wir erhoffen
- ihr erhofft
- Sie erhoffen
                                                                            Perfekt
                                                                                - ich habe erhofft
- du hast erhofft
- er/sie/es hat erhofft
- wir haben erhofft
- ihr habt erhofft
- Sie haben erhofft
                                                                            Präteritum
                                                                                - ich erhoffte
- du erhofftest
- er/sie/es erhoffte
- wir erhofften
- ihr erhofftet
- Sie erhofften
                                                                                                                                                Plusquamperfekt
                                                                                - ich hatte erhofft
- du hattest erhofft
- er/sie/es hatte erhofft
- wir hatten erhofft
- ihr hattet erhofft
- Sie hatten erhofft
                                                                            Futur I
                                                                                - ich werde erhoffen
- du wirst erhoffen
- er/sie/es wird erhoffen
- wir werden erhoffen
- ihr werdet erhoffen
- Sie werden erhoffen
                                                                            Futur II
                                                                                - ich werde erhofft haben
- du wirst erhofft haben
- er/sie/es wird erhofft haben
- wir werden erhofft haben
- ihr werdet erhofft haben
- Sie werden erhofft haben
                                                                     
                              Vervoeging van het werkwoord "erhoffen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
                              
                                 
                              De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
                              
                              De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
                              
                                                                                                            Imperativ Präsens
                                                                                - erhoffe (du)
- erhoffen wir
- erhofft ihr
- erhoffen Sie
                                                                                                                                                                                  
                              Vervoeging van het werkwoord "erhoffen" in de Konjunktiv I in het Duits
                              
                                 
                              De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv I Präsens
                                                                                - ich erhoffe
- du erhoffest
- er/sie/es erhoffe
- wir erhoffen
- ihr erhoffet
- Sie erhoffen
                                                                            Konjunktiv I Perfekt
                                                                                - ich habe erhofft
- du habest erhofft
- er/sie/es habe erhofft
- wir haben erhofft
- ihr habet erhofft
- Sie haben erhofft
                                                                                                                                                Konjunktiv I Futur I
                                                                                - ich werde erhoffen
- du werdest erhoffen
- er/sie/es werde erhoffen
- wir werden erhoffen
- ihr werdet erhoffen
- Sie werden erhoffen
                                                                            Konjunktiv I Futur II
                                                                                - ich werde erhofft haben
- du werdest erhofft haben
- er/sie/es werde erhofft haben
- wir werden erhofft haben
- ihr werdet erhofft haben
- Sie werden erhofft haben
                                                                      
                              Vervoeging van het werkwoord "erhoffen" in de Konjunktiv II in het Duits.
                              
                                 
                              De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
                              
                              Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv II Präteritum
                                                                                - ich erhoffte
- du erhofftest
- er/sie/es erhoffte
- wir erhofften
- ihr erhofftet
- Sie erhofften
                                                                            Konjunktiv II Plusquamperfekt
                                                                                - ich hätte erhofft
- du hättest erhofft
- er/sie/es hätte erhofft
- wir hätten erhofft
- ihr hättet erhofft
- Sie hätten erhofft
                                                                                                                                                Konjunktiv II Futur I
                                                                                - ich würde erhoffen
- du würdest erhoffen
- er/sie/es würde erhoffen
- wir würden erhoffen
- ihr würdet erhoffen
- Sie würden erhoffen
                                                                            Konjunktiv II Futur II
                                                                                - ich würde erhofft haben
- du würdest erhofft haben
- er/sie/es würde erhofft haben
- wir würden erhofft haben
- ihr würdet erhofft haben
- Sie würden erhofft haben
                                                                      
                              Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
                              
                              
                                                                  
                              Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
                              einbehalteneinimpfenepilierenheraussehenerhitzenerhöhenerkaufenevozierenfundierenherauslockenkardennebeneinanderlegenweiterfragen