Vervoeging van het werkwoord erblinden in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord erblinden in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "erblinden" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich erblinde
- du erblindest
- er/sie/es erblindet
- wir erblinden
- ihr erblindet
- Sie erblinden
Perfekt
- ich bin erblindet
- du bist erblindet
- er/sie/es ist erblindet
- wir sind erblindet
- ihr seid erblindet
- Sie sind erblindet
Präteritum
- ich erblindete
- du erblindetest
- er/sie/es erblindete
- wir erblindeten
- ihr erblindetet
- Sie erblindeten
Plusquamperfekt
- ich war erblindet
- du warst erblindet
- er/sie/es war erblindet
- wir waren erblindet
- ihr wart erblindet
- Sie waren erblindet
Futur I
- ich werde erblinden
- du wirst erblinden
- er/sie/es wird erblinden
- wir werden erblinden
- ihr werdet erblinden
- Sie werden erblinden
Futur II
- ich werde erblindet sein
- du wirst erblindet sein
- er/sie/es wird erblindet sein
- wir werden erblindet sein
- ihr werdet erblindet sein
- Sie werden erblindet sein
Vervoeging van het werkwoord "erblinden" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- erblinde (du)
- erblinden wir
- erblindet ihr
- erblinden Sie
Vervoeging van het werkwoord "erblinden" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich erblinde
- du erblindest
- er/sie/es erblinde
- wir erblinden
- ihr erblindet
- Sie erblinden
Konjunktiv I Perfekt
- ich sei erblindet
- du seiest erblindet
- er/sie/es sei erblindet
- wir seien erblindet
- ihr seiet erblindet
- Sie seien erblindet
Konjunktiv I Futur I
- ich werde erblinden
- du werdest erblinden
- er/sie/es werde erblinden
- wir werden erblinden
- ihr werdet erblinden
- Sie werden erblinden
Konjunktiv I Futur II
- ich werde erblindet sein
- du werdest erblindet sein
- er/sie/es werde erblindet sein
- wir werden erblindet sein
- ihr werdet erblindet sein
- Sie werden erblindet sein
Vervoeging van het werkwoord "erblinden" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich erblindete
- du erblindetest
- er/sie/es erblindete
- wir erblindeten
- ihr erblindetet
- Sie erblindeten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich wäre erblindet
- du wärest erblindet
- er/sie/es wäre erblindet
- wir wären erblindet
- ihr wäret erblindet
- Sie wären erblindet
Konjunktiv II Futur I
- ich würde erblinden
- du würdest erblinden
- er/sie/es würde erblinden
- wir würden erblinden
- ihr würdet erblinden
- Sie würden erblinden
Konjunktiv II Futur II
- ich würde erblindet sein
- du würdest erblindet sein
- er/sie/es würde erblindet sein
- wir würden erblindet sein
- ihr würdet erblindet sein
- Sie würden erblindet sein
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
durchwähleneinflechtenentsinnenerbeutenerblickenerblondenerdenersuchenfreinehmenherausbringenkabelnnächtigenwehen
