Vervoeging van het werkwoord erbauen in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord erbauen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "erbauen" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich erbaue
- du erbaust
- er/sie/es erbaut
- wir erbauen
- ihr erbaut
- Sie erbauen
Perfekt
- ich habe erbaut
- du hast erbaut
- er/sie/es hat erbaut
- wir haben erbaut
- ihr habt erbaut
- Sie haben erbaut
Präteritum
- ich erbaute
- du erbautest
- er/sie/es erbaute
- wir erbauten
- ihr erbautet
- Sie erbauten
Plusquamperfekt
- ich hatte erbaut
- du hattest erbaut
- er/sie/es hatte erbaut
- wir hatten erbaut
- ihr hattet erbaut
- Sie hatten erbaut
Futur I
- ich werde erbauen
- du wirst erbauen
- er/sie/es wird erbauen
- wir werden erbauen
- ihr werdet erbauen
- Sie werden erbauen
Futur II
- ich werde erbaut haben
- du wirst erbaut haben
- er/sie/es wird erbaut haben
- wir werden erbaut haben
- ihr werdet erbaut haben
- Sie werden erbaut haben
Vervoeging van het werkwoord "erbauen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- erbaue (du)
- erbauen wir
- erbaut ihr
- erbauen Sie
Vervoeging van het werkwoord "erbauen" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich erbaue
- du erbauest
- er/sie/es erbaue
- wir erbauen
- ihr erbauet
- Sie erbauen
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe erbaut
- du habest erbaut
- er/sie/es habe erbaut
- wir haben erbaut
- ihr habet erbaut
- Sie haben erbaut
Konjunktiv I Futur I
- ich werde erbauen
- du werdest erbauen
- er/sie/es werde erbauen
- wir werden erbauen
- ihr werdet erbauen
- Sie werden erbauen
Konjunktiv I Futur II
- ich werde erbaut haben
- du werdest erbaut haben
- er/sie/es werde erbaut haben
- wir werden erbaut haben
- ihr werdet erbaut haben
- Sie werden erbaut haben
Vervoeging van het werkwoord "erbauen" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich erbaute
- du erbautest
- er/sie/es erbaute
- wir erbauten
- ihr erbautet
- Sie erbauten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte erbaut
- du hättest erbaut
- er/sie/es hätte erbaut
- wir hätten erbaut
- ihr hättet erbaut
- Sie hätten erbaut
Konjunktiv II Futur I
- ich würde erbauen
- du würdest erbauen
- er/sie/es würde erbauen
- wir würden erbauen
- ihr würdet erbauen
- Sie würden erbauen
Konjunktiv II Futur II
- ich würde erbaut haben
- du würdest erbaut haben
- er/sie/es würde erbaut haben
- wir würden erbaut haben
- ihr würdet erbaut haben
- Sie würden erbaut haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
durchtrainiereneinexerzierenentschulenenumerierenerbarmenerbebenerbleichenersteigernfreihabenherausbeissenjuckelnnachsteigenwegwehen