Vervoeging van het werkwoord entthronen in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord entthronen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "entthronen" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich entthrone
  • du entthronst
  • er/sie/es entthront
  • wir entthronen
  • ihr entthront
  • Sie entthronen

Perfekt

  • ich habe entthront
  • du hast entthront
  • er/sie/es hat entthront
  • wir haben entthront
  • ihr habt entthront
  • Sie haben entthront

Präteritum

  • ich entthronte
  • du entthrontest
  • er/sie/es entthronte
  • wir entthronten
  • ihr entthrontet
  • Sie entthronten

Plusquamperfekt

  • ich hatte entthront
  • du hattest entthront
  • er/sie/es hatte entthront
  • wir hatten entthront
  • ihr hattet entthront
  • Sie hatten entthront

Futur I

  • ich werde entthronen
  • du wirst entthronen
  • er/sie/es wird entthronen
  • wir werden entthronen
  • ihr werdet entthronen
  • Sie werden entthronen

Futur II

  • ich werde entthront haben
  • du wirst entthront haben
  • er/sie/es wird entthront haben
  • wir werden entthront haben
  • ihr werdet entthront haben
  • Sie werden entthront haben

Vervoeging van het werkwoord "entthronen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • entthrone (du)
  • entthronen wir
  • entthront ihr
  • entthronen Sie

Infinitiv - Präsens

  • entthronen

Infinitiv - Perfekt

  • entthront haben

Partizip Präsens

  • entthronend

Partizip Perfekt

  • entthront

Vervoeging van het werkwoord "entthronen" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich entthrone
  • du entthronest
  • er/sie/es entthrone
  • wir entthronen
  • ihr entthronet
  • Sie entthronen

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe entthront
  • du habest entthront
  • er/sie/es habe entthront
  • wir haben entthront
  • ihr habet entthront
  • Sie haben entthront

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde entthronen
  • du werdest entthronen
  • er/sie/es werde entthronen
  • wir werden entthronen
  • ihr werdet entthronen
  • Sie werden entthronen

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde entthront haben
  • du werdest entthront haben
  • er/sie/es werde entthront haben
  • wir werden entthront haben
  • ihr werdet entthront haben
  • Sie werden entthront haben

Vervoeging van het werkwoord "entthronen" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich entthronte
  • du entthrontest
  • er/sie/es entthronte
  • wir entthronten
  • ihr entthrontet
  • Sie entthronten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte entthront
  • du hättest entthront
  • er/sie/es hätte entthront
  • wir hätten entthront
  • ihr hättet entthront
  • Sie hätten entthront

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde entthronen
  • du würdest entthronen
  • er/sie/es würde entthronen
  • wir würden entthronen
  • ihr würdet entthronen
  • Sie würden entthronen

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde entthront haben
  • du würdest entthront haben
  • er/sie/es würde entthront haben
  • wir würden entthront haben
  • ihr würdet entthront haben
  • Sie würden entthront haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: durchseheneinbindenentquellenentstörenenttäuschenenttrümmernentweihenerschaudernfortspülenherantreteninventarisierennachreisenwegschneiden