Vervoeging van het werkwoord entgegenfiebern in alle Duitse tijden
                              
 
                              Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord entgegenfiebern in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
                              
 
                              Vervoeging van het werkwoord "entgegenfiebern" in de Indikativ tijd
                              
 
                              De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
                               
                                                                           Präsens
                                                                                - ich fiebere entgegen
- du fieberst entgegen
- er/sie/es fiebert entgegen
- wir fiebern entgegen
- ihr fiebert entgegen
- Sie fiebern entgegen
                                                                            Perfekt
                                                                                - ich habe entgegengefiebert
- du hast entgegengefiebert
- er/sie/es hat entgegengefiebert
- wir haben entgegengefiebert
- ihr habt entgegengefiebert
- Sie haben entgegengefiebert
                                                                            Präteritum
                                                                                - ich fieberte entgegen
- du fiebertest entgegen
- er/sie/es fieberte entgegen
- wir fieberten entgegen
- ihr fiebertet entgegen
- Sie fieberten entgegen
                                                                                                                                                Plusquamperfekt
                                                                                - ich hatte entgegengefiebert
- du hattest entgegengefiebert
- er/sie/es hatte entgegengefiebert
- wir hatten entgegengefiebert
- ihr hattet entgegengefiebert
- Sie hatten entgegengefiebert
                                                                            Futur I
                                                                                - ich werde entgegenfiebern
- du wirst entgegenfiebern
- er/sie/es wird entgegenfiebern
- wir werden entgegenfiebern
- ihr werdet entgegenfiebern
- Sie werden entgegenfiebern
                                                                            Futur II
                                                                                - ich werde entgegengefiebert haben
- du wirst entgegengefiebert haben
- er/sie/es wird entgegengefiebert haben
- wir werden entgegengefiebert haben
- ihr werdet entgegengefiebert haben
- Sie werden entgegengefiebert haben
                                                                     
                              Vervoeging van het werkwoord "entgegenfiebern" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
                              
                                 
                              De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
                              
                              De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
                              
                                                                                                            Imperativ Präsens
                                                                                - fiebere (du) entgegen
- fiebern wir entgegen
- fiebert ihr entgegen
- fiebern Sie entgegen
                                                                                                                                                                                  
                              Vervoeging van het werkwoord "entgegenfiebern" in de Konjunktiv I in het Duits
                              
                                 
                              De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv I Präsens
                                                                                - ich fiebere entgegen
- du fieberest entgegen
- er/sie/es fiebere entgegen
- wir fiebern entgegen
- ihr fiebert entgegen
- Sie fiebern entgegen
                                                                            Konjunktiv I Perfekt
                                                                                - ich habe entgegengefiebert
- du habest entgegengefiebert
- er/sie/es habe entgegengefiebert
- wir haben entgegengefiebert
- ihr habet entgegengefiebert
- Sie haben entgegengefiebert
                                                                                                                                                Konjunktiv I Futur I
                                                                                - ich werde entgegenfiebern
- du werdest entgegenfiebern
- er/sie/es werde entgegenfiebern
- wir werden entgegenfiebern
- ihr werdet entgegenfiebern
- Sie werden entgegenfiebern
                                                                            Konjunktiv I Futur II
                                                                                - ich werde entgegengefiebert haben
- du werdest entgegengefiebert haben
- er/sie/es werde entgegengefiebert haben
- wir werden entgegengefiebert haben
- ihr werdet entgegengefiebert haben
- Sie werden entgegengefiebert haben
                                                                      
                              Vervoeging van het werkwoord "entgegenfiebern" in de Konjunktiv II in het Duits.
                              
                                 
                              De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
                              
                              Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv II Präteritum
                                                                                - ich fieberte entgegen
- du fiebertest entgegen
- er/sie/es fieberte entgegen
- wir fieberten entgegen
- ihr fiebertet entgegen
- Sie fieberten entgegen
                                                                            Konjunktiv II Plusquamperfekt
                                                                                - ich hätte entgegengefiebert
- du hättest entgegengefiebert
- er/sie/es hätte entgegengefiebert
- wir hätten entgegengefiebert
- ihr hättet entgegengefiebert
- Sie hätten entgegengefiebert
                                                                                                                                                Konjunktiv II Futur I
                                                                                - ich würde entgegenfiebern
- du würdest entgegenfiebern
- er/sie/es würde entgegenfiebern
- wir würden entgegenfiebern
- ihr würdet entgegenfiebern
- Sie würden entgegenfiebern
                                                                            Konjunktiv II Futur II
                                                                                - ich würde entgegengefiebert haben
- du würdest entgegengefiebert haben
- er/sie/es würde entgegengefiebert haben
- wir würden entgegengefiebert haben
- ihr würdet entgegengefiebert haben
- Sie würden entgegengefiebert haben
                                                                      
                              Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
                              
                              
                                                                  
                              Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
                              durchbläuendurchlichtenemporwirbelnentgegenblasenentgegenfahrenentgegenfliegenentgegenjauchzenentsetzenfesthängengurgelnhochrennenmitsparenvorüberreiten