Vervoeging van het werkwoord entflammen in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord entflammen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "entflammen" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich entflamme
  • du entflammst
  • er/sie/es entflammt
  • wir entflammen
  • ihr entflammt
  • Sie entflammen

Perfekt

  • ich bin entflammt
  • du bist entflammt
  • er/sie/es ist entflammt
  • wir sind entflammt
  • ihr seid entflammt
  • Sie sind entflammt

Präteritum

  • ich entflammte
  • du entflammtest
  • er/sie/es entflammte
  • wir entflammten
  • ihr entflammtet
  • Sie entflammten

Plusquamperfekt

  • ich war entflammt
  • du warst entflammt
  • er/sie/es war entflammt
  • wir waren entflammt
  • ihr wart entflammt
  • Sie waren entflammt

Futur I

  • ich werde entflammen
  • du wirst entflammen
  • er/sie/es wird entflammen
  • wir werden entflammen
  • ihr werdet entflammen
  • Sie werden entflammen

Futur II

  • ich werde entflammt sein
  • du wirst entflammt sein
  • er/sie/es wird entflammt sein
  • wir werden entflammt sein
  • ihr werdet entflammt sein
  • Sie werden entflammt sein

Vervoeging van het werkwoord "entflammen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • entflamme (du)
  • entflammen wir
  • entflammt ihr
  • entflammen Sie

Infinitiv - Präsens

  • entflammen

Infinitiv - Perfekt

  • entflammt sein

Partizip Präsens

  • entflammend

Partizip Perfekt

  • entflammt

Vervoeging van het werkwoord "entflammen" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich entflamme
  • du entflammest
  • er/sie/es entflamme
  • wir entflammen
  • ihr entflammet
  • Sie entflammen

Konjunktiv I Perfekt

  • ich sei entflammt
  • du seiest entflammt
  • er/sie/es sei entflammt
  • wir seien entflammt
  • ihr seiet entflammt
  • Sie seien entflammt

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde entflammen
  • du werdest entflammen
  • er/sie/es werde entflammen
  • wir werden entflammen
  • ihr werdet entflammen
  • Sie werden entflammen

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde entflammt sein
  • du werdest entflammt sein
  • er/sie/es werde entflammt sein
  • wir werden entflammt sein
  • ihr werdet entflammt sein
  • Sie werden entflammt sein

Vervoeging van het werkwoord "entflammen" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich entflammte
  • du entflammtest
  • er/sie/es entflammte
  • wir entflammten
  • ihr entflammtet
  • Sie entflammten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich wäre entflammt
  • du wärest entflammt
  • er/sie/es wäre entflammt
  • wir wären entflammt
  • ihr wäret entflammt
  • Sie wären entflammt

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde entflammen
  • du würdest entflammen
  • er/sie/es würde entflammen
  • wir würden entflammen
  • ihr würdet entflammen
  • Sie würden entflammen

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde entflammt sein
  • du würdest entflammt sein
  • er/sie/es würde entflammt sein
  • wir würden entflammt sein
  • ihr würdet entflammt sein
  • Sie würden entflammt sein

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: durchkommenemporragenentfallenentfeuchtenentflechtenentfrostenentschärfenfernzündengrossschreibenhochlangenmitregierenvortäuschen