Vervoeging van het werkwoord entdämonisieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord entdämonisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "entdämonisieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich entdämonisiere
- du entdämonisierst
- er/sie/es entdämonisiert
- wir entdämonisieren
- ihr entdämonisiert
- Sie entdämonisieren
Perfekt
- ich habe entdämonisoren
- du hast entdämonisoren
- er/sie/es hat entdämonisoren
- wir haben entdämonisoren
- ihr habt entdämonisoren
- Sie haben entdämonisoren
Präteritum
- ich entdämonisor
- du entdämonisorst
- er/sie/es entdämonisor
- wir entdämonisoren
- ihr entdämonisort
- Sie entdämonisoren
Plusquamperfekt
- ich hatte entdämonisoren
- du hattest entdämonisoren
- er/sie/es hatte entdämonisoren
- wir hatten entdämonisoren
- ihr hattet entdämonisoren
- Sie hatten entdämonisoren
Futur I
- ich werde entdämonisieren
- du wirst entdämonisieren
- er/sie/es wird entdämonisieren
- wir werden entdämonisieren
- ihr werdet entdämonisieren
- Sie werden entdämonisieren
Futur II
- ich werde entdämonisoren haben
- du wirst entdämonisoren haben
- er/sie/es wird entdämonisoren haben
- wir werden entdämonisoren haben
- ihr werdet entdämonisoren haben
- Sie werden entdämonisoren haben
Vervoeging van het werkwoord "entdämonisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- entdämonisiere (du)
- entdämonisieren wir
- entdämonisiert ihr
- entdämonisieren Sie
- entdämonisier (du)
- entdämonisieren wir
- entdämonisiert ihr
- entdämonisieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "entdämonisieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich entdämonisiere
- du entdämonisierest
- er/sie/es entdämonisiere
- wir entdämonisieren
- ihr entdämonisieret
- Sie entdämonisieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe entdämonisoren
- du habest entdämonisoren
- er/sie/es habe entdämonisoren
- wir haben entdämonisoren
- ihr habet entdämonisoren
- Sie haben entdämonisoren
Konjunktiv I Futur I
- ich werde entdämonisieren
- du werdest entdämonisieren
- er/sie/es werde entdämonisieren
- wir werden entdämonisieren
- ihr werdet entdämonisieren
- Sie werden entdämonisieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde entdämonisoren haben
- du werdest entdämonisoren haben
- er/sie/es werde entdämonisoren haben
- wir werden entdämonisoren haben
- ihr werdet entdämonisoren haben
- Sie werden entdämonisoren haben
Vervoeging van het werkwoord "entdämonisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich entdämonisöre
- du entdämonisörest
- er/sie/es entdämonisöre
- wir entdämonisören
- ihr entdämonisöret
- Sie entdämonisören
- ich entdämonisöre
- du entdämonisörst
- er/sie/es entdämonisöre
- wir entdämonisören
- ihr entdämonisört
- Sie entdämonisören
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte entdämonisoren
- du hättest entdämonisoren
- er/sie/es hätte entdämonisoren
- wir hätten entdämonisoren
- ihr hättet entdämonisoren
- Sie hätten entdämonisoren
Konjunktiv II Futur I
- ich würde entdämonisieren
- du würdest entdämonisieren
- er/sie/es würde entdämonisieren
- wir würden entdämonisieren
- ihr würdet entdämonisieren
- Sie würden entdämonisieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde entdämonisoren haben
- du würdest entdämonisoren haben
- er/sie/es würde entdämonisoren haben
- wir würden entdämonisoren haben
- ihr würdet entdämonisoren haben
- Sie würden entdämonisoren haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
drohendurchhaltenemeritierenentblößenentdämmernentdeckenenteisenentratenfelgengrasenhochdrehenmitlenkenvorschwindeln