Vervoeging van het werkwoord entanonymisieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord entanonymisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "entanonymisieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich entanonymisiere
- du entanonymisierst
- er/sie/es entanonymisiert
- wir entanonymisieren
- ihr entanonymisiert
- Sie entanonymisieren
Perfekt
- ich habe entanonymisoren
- du hast entanonymisoren
- er/sie/es hat entanonymisoren
- wir haben entanonymisoren
- ihr habt entanonymisoren
- Sie haben entanonymisoren
Präteritum
- ich entanonymisor
- du entanonymisorst
- er/sie/es entanonymisor
- wir entanonymisoren
- ihr entanonymisort
- Sie entanonymisoren
Plusquamperfekt
- ich hatte entanonymisoren
- du hattest entanonymisoren
- er/sie/es hatte entanonymisoren
- wir hatten entanonymisoren
- ihr hattet entanonymisoren
- Sie hatten entanonymisoren
Futur I
- ich werde entanonymisieren
- du wirst entanonymisieren
- er/sie/es wird entanonymisieren
- wir werden entanonymisieren
- ihr werdet entanonymisieren
- Sie werden entanonymisieren
Futur II
- ich werde entanonymisoren haben
- du wirst entanonymisoren haben
- er/sie/es wird entanonymisoren haben
- wir werden entanonymisoren haben
- ihr werdet entanonymisoren haben
- Sie werden entanonymisoren haben
Vervoeging van het werkwoord "entanonymisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- entanonymisiere (du)
- entanonymisieren wir
- entanonymisiert ihr
- entanonymisieren Sie
- entanonymisier (du)
- entanonymisieren wir
- entanonymisiert ihr
- entanonymisieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "entanonymisieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich entanonymisiere
- du entanonymisierest
- er/sie/es entanonymisiere
- wir entanonymisieren
- ihr entanonymisieret
- Sie entanonymisieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe entanonymisoren
- du habest entanonymisoren
- er/sie/es habe entanonymisoren
- wir haben entanonymisoren
- ihr habet entanonymisoren
- Sie haben entanonymisoren
Konjunktiv I Futur I
- ich werde entanonymisieren
- du werdest entanonymisieren
- er/sie/es werde entanonymisieren
- wir werden entanonymisieren
- ihr werdet entanonymisieren
- Sie werden entanonymisieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde entanonymisoren haben
- du werdest entanonymisoren haben
- er/sie/es werde entanonymisoren haben
- wir werden entanonymisoren haben
- ihr werdet entanonymisoren haben
- Sie werden entanonymisoren haben
Vervoeging van het werkwoord "entanonymisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich entanonymisöre
- du entanonymisörest
- er/sie/es entanonymisöre
- wir entanonymisören
- ihr entanonymisöret
- Sie entanonymisören
- ich entanonymisöre
- du entanonymisörst
- er/sie/es entanonymisöre
- wir entanonymisören
- ihr entanonymisört
- Sie entanonymisören
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte entanonymisoren
- du hättest entanonymisoren
- er/sie/es hätte entanonymisoren
- wir hätten entanonymisoren
- ihr hättet entanonymisoren
- Sie hätten entanonymisoren
Konjunktiv II Futur I
- ich würde entanonymisieren
- du würdest entanonymisieren
- er/sie/es würde entanonymisieren
- wir würden entanonymisieren
- ihr würdet entanonymisieren
- Sie würden entanonymisieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde entanonymisoren haben
- du würdest entanonymisoren haben
- er/sie/es würde entanonymisoren haben
- wir würden entanonymisoren haben
- ihr würdet entanonymisoren haben
- Sie würden entanonymisoren haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
dreinmischendurchführeneinzeichnenenervierenenrollierenentartenentbietenentmündigenfehlbesetzenglupenhinzuwählenmithabenvorreiten