Vervoeging van het werkwoord englisieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord englisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "englisieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich englisiere
- du englisierst
- er/sie/es englisiert
- wir englisieren
- ihr englisiert
- Sie englisieren
Perfekt
- ich habe englisoren
- du hast englisoren
- er/sie/es hat englisoren
- wir haben englisoren
- ihr habt englisoren
- Sie haben englisoren
Präteritum
- ich englisor
- du englisorst
- er/sie/es englisor
- wir englisoren
- ihr englisort
- Sie englisoren
Plusquamperfekt
- ich hatte englisoren
- du hattest englisoren
- er/sie/es hatte englisoren
- wir hatten englisoren
- ihr hattet englisoren
- Sie hatten englisoren
Futur I
- ich werde englisieren
- du wirst englisieren
- er/sie/es wird englisieren
- wir werden englisieren
- ihr werdet englisieren
- Sie werden englisieren
Futur II
- ich werde englisoren haben
- du wirst englisoren haben
- er/sie/es wird englisoren haben
- wir werden englisoren haben
- ihr werdet englisoren haben
- Sie werden englisoren haben
Vervoeging van het werkwoord "englisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- englisiere (du)
- englisieren wir
- englisiert ihr
- englisieren Sie
- englisier (du)
- englisieren wir
- englisiert ihr
- englisieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "englisieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich englisiere
- du englisierest
- er/sie/es englisiere
- wir englisieren
- ihr englisieret
- Sie englisieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe englisoren
- du habest englisoren
- er/sie/es habe englisoren
- wir haben englisoren
- ihr habet englisoren
- Sie haben englisoren
Konjunktiv I Futur I
- ich werde englisieren
- du werdest englisieren
- er/sie/es werde englisieren
- wir werden englisieren
- ihr werdet englisieren
- Sie werden englisieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde englisoren haben
- du werdest englisoren haben
- er/sie/es werde englisoren haben
- wir werden englisoren haben
- ihr werdet englisoren haben
- Sie werden englisoren haben
Vervoeging van het werkwoord "englisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich englisöre
- du englisörest
- er/sie/es englisöre
- wir englisören
- ihr englisöret
- Sie englisören
- ich englisöre
- du englisörst
- er/sie/es englisöre
- wir englisören
- ihr englisört
- Sie englisören
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte englisoren
- du hättest englisoren
- er/sie/es hätte englisoren
- wir hätten englisoren
- ihr hättet englisoren
- Sie hätten englisoren
Konjunktiv II Futur I
- ich würde englisieren
- du würdest englisieren
- er/sie/es würde englisieren
- wir würden englisieren
- ihr würdet englisieren
- Sie würden englisieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde englisoren haben
- du würdest englisoren haben
- er/sie/es würde englisoren haben
- wir würden englisoren haben
- ihr würdet englisoren haben
- Sie würden englisoren haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
dreinfahrendurchfresseneinwürgenendelnengenengobierenentbastenentminenfeckenglückenhinzustoßenmitgestaltenvorrätighalten