Vervoeging van het werkwoord emulgieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord emulgieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "emulgieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich emulgiere
- du emulgierst
- er/sie/es emulgiert
- wir emulgieren
- ihr emulgiert
- Sie emulgieren
Perfekt
- ich habe emulgiert
- du hast emulgiert
- er/sie/es hat emulgiert
- wir haben emulgiert
- ihr habt emulgiert
- Sie haben emulgiert
Präteritum
- ich emulgierte
- du emulgiertest
- er/sie/es emulgierte
- wir emulgierten
- ihr emulgiertet
- Sie emulgierten
Plusquamperfekt
- ich hatte emulgiert
- du hattest emulgiert
- er/sie/es hatte emulgiert
- wir hatten emulgiert
- ihr hattet emulgiert
- Sie hatten emulgiert
Futur I
- ich werde emulgieren
- du wirst emulgieren
- er/sie/es wird emulgieren
- wir werden emulgieren
- ihr werdet emulgieren
- Sie werden emulgieren
Futur II
- ich werde emulgiert haben
- du wirst emulgiert haben
- er/sie/es wird emulgiert haben
- wir werden emulgiert haben
- ihr werdet emulgiert haben
- Sie werden emulgiert haben
Vervoeging van het werkwoord "emulgieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- emulgiere (du)
- emulgieren wir
- emulgiert ihr
- emulgieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "emulgieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich emulgiere
- du emulgierest
- er/sie/es emulgiere
- wir emulgieren
- ihr emulgieret
- Sie emulgieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe emulgiert
- du habest emulgiert
- er/sie/es habe emulgiert
- wir haben emulgiert
- ihr habet emulgiert
- Sie haben emulgiert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde emulgieren
- du werdest emulgieren
- er/sie/es werde emulgieren
- wir werden emulgieren
- ihr werdet emulgieren
- Sie werden emulgieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde emulgiert haben
- du werdest emulgiert haben
- er/sie/es werde emulgiert haben
- wir werden emulgiert haben
- ihr werdet emulgiert haben
- Sie werden emulgiert haben
Vervoeging van het werkwoord "emulgieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich emulgierte
- du emulgiertest
- er/sie/es emulgierte
- wir emulgierten
- ihr emulgiertet
- Sie emulgierten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte emulgiert
- du hättest emulgiert
- er/sie/es hätte emulgiert
- wir hätten emulgiert
- ihr hättet emulgiert
- Sie hätten emulgiert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde emulgieren
- du würdest emulgieren
- er/sie/es würde emulgieren
- wir würden emulgieren
- ihr würdet emulgieren
- Sie würden emulgieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde emulgiert haben
- du würdest emulgiert haben
- er/sie/es würde emulgiert haben
- wir würden emulgiert haben
- ihr würdet emulgiert haben
- Sie würden emulgiert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
draufstürzendurchfliegeneinwickelnemportragenemporziehenenkodierenengobierenentmachtenfaszikulierenglitschenhinzukommenmitfliegenvorordnen
