Vervoeging van het werkwoord dynamisieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord dynamisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "dynamisieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich dynamisiere
  • du dynamisierst
  • er/sie/es dynamisiert
  • wir dynamisieren
  • ihr dynamisiert
  • Sie dynamisieren

Perfekt

  • ich habe dynamisiert
  • du hast dynamisiert
  • er/sie/es hat dynamisiert
  • wir haben dynamisiert
  • ihr habt dynamisiert
  • Sie haben dynamisiert

Präteritum

  • ich dynamisierte
  • du dynamisiertest
  • er/sie/es dynamisierte
  • wir dynamisierten
  • ihr dynamisiertet
  • Sie dynamisierten

Plusquamperfekt

  • ich hatte dynamisiert
  • du hattest dynamisiert
  • er/sie/es hatte dynamisiert
  • wir hatten dynamisiert
  • ihr hattet dynamisiert
  • Sie hatten dynamisiert

Futur I

  • ich werde dynamisieren
  • du wirst dynamisieren
  • er/sie/es wird dynamisieren
  • wir werden dynamisieren
  • ihr werdet dynamisieren
  • Sie werden dynamisieren

Futur II

  • ich werde dynamisiert haben
  • du wirst dynamisiert haben
  • er/sie/es wird dynamisiert haben
  • wir werden dynamisiert haben
  • ihr werdet dynamisiert haben
  • Sie werden dynamisiert haben

Vervoeging van het werkwoord "dynamisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • dynamisiere (du)
  • dynamisieren wir
  • dynamisiert ihr
  • dynamisieren Sie

Infinitiv - Präsens

  • dynamisieren

Infinitiv - Perfekt

  • dynamisiert haben

Partizip Präsens

  • dynamisierend

Partizip Perfekt

  • dynamisiert

Vervoeging van het werkwoord "dynamisieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich dynamisiere
  • du dynamisierest
  • er/sie/es dynamisiere
  • wir dynamisieren
  • ihr dynamisieret
  • Sie dynamisieren

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe dynamisiert
  • du habest dynamisiert
  • er/sie/es habe dynamisiert
  • wir haben dynamisiert
  • ihr habet dynamisiert
  • Sie haben dynamisiert

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde dynamisieren
  • du werdest dynamisieren
  • er/sie/es werde dynamisieren
  • wir werden dynamisieren
  • ihr werdet dynamisieren
  • Sie werden dynamisieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde dynamisiert haben
  • du werdest dynamisiert haben
  • er/sie/es werde dynamisiert haben
  • wir werden dynamisiert haben
  • ihr werdet dynamisiert haben
  • Sie werden dynamisiert haben

Vervoeging van het werkwoord "dynamisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich dynamisierte
  • du dynamisiertest
  • er/sie/es dynamisierte
  • wir dynamisierten
  • ihr dynamisiertet
  • Sie dynamisierten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte dynamisiert
  • du hättest dynamisiert
  • er/sie/es hätte dynamisiert
  • wir hätten dynamisiert
  • ihr hättet dynamisiert
  • Sie hätten dynamisiert

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde dynamisieren
  • du würdest dynamisieren
  • er/sie/es würde dynamisieren
  • wir würden dynamisieren
  • ihr würdet dynamisieren
  • Sie würden dynamisieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde dynamisiert haben
  • du würdest dynamisiert haben
  • er/sie/es würde dynamisiert haben
  • wir würden dynamisiert haben
  • ihr würdet dynamisiert haben
  • Sie würden dynamisiert haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: budgetierendahintersetzendurchspielendurchzwängenduzenebbeneffiliereneinkriegenentkuppelnfetzenhindurchdrängenkotenverschüchtern