Vervoeging van het werkwoord dissoziieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord dissoziieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "dissoziieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich dissoziiere
- du dissoziierst
- er/sie/es dissoziiert
- wir dissoziieren
- ihr dissoziiert
- Sie dissoziieren
Perfekt
- ich habe dissoziiert
- du hast dissoziiert
- er/sie/es hat dissoziiert
- wir haben dissoziiert
- ihr habt dissoziiert
- Sie haben dissoziiert
Präteritum
- ich dissoziierte
- du dissoziiertest
- er/sie/es dissoziierte
- wir dissoziierten
- ihr dissoziiertet
- Sie dissoziierten
Plusquamperfekt
- ich hatte dissoziiert
- du hattest dissoziiert
- er/sie/es hatte dissoziiert
- wir hatten dissoziiert
- ihr hattet dissoziiert
- Sie hatten dissoziiert
Futur I
- ich werde dissoziieren
- du wirst dissoziieren
- er/sie/es wird dissoziieren
- wir werden dissoziieren
- ihr werdet dissoziieren
- Sie werden dissoziieren
Futur II
- ich werde dissoziiert haben
- du wirst dissoziiert haben
- er/sie/es wird dissoziiert haben
- wir werden dissoziiert haben
- ihr werdet dissoziiert haben
- Sie werden dissoziiert haben
Vervoeging van het werkwoord "dissoziieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- dissoziiere (du)
- dissoziieren wir
- dissoziiert ihr
- dissoziieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "dissoziieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich dissoziiere
- du dissoziierest
- er/sie/es dissoziiere
- wir dissoziieren
- ihr dissoziieret
- Sie dissoziieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe dissoziiert
- du habest dissoziiert
- er/sie/es habe dissoziiert
- wir haben dissoziiert
- ihr habet dissoziiert
- Sie haben dissoziiert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde dissoziieren
- du werdest dissoziieren
- er/sie/es werde dissoziieren
- wir werden dissoziieren
- ihr werdet dissoziieren
- Sie werden dissoziieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde dissoziiert haben
- du werdest dissoziiert haben
- er/sie/es werde dissoziiert haben
- wir werden dissoziiert haben
- ihr werdet dissoziiert haben
- Sie werden dissoziiert haben
Vervoeging van het werkwoord "dissoziieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich dissoziierte
- du dissoziiertest
- er/sie/es dissoziierte
- wir dissoziierten
- ihr dissoziiertet
- Sie dissoziierten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte dissoziiert
- du hättest dissoziiert
- er/sie/es hätte dissoziiert
- wir hätten dissoziiert
- ihr hättet dissoziiert
- Sie hätten dissoziiert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde dissoziieren
- du würdest dissoziieren
- er/sie/es würde dissoziieren
- wir würden dissoziieren
- ihr würdet dissoziieren
- Sie würden dissoziieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde dissoziiert haben
- du würdest dissoziiert haben
- er/sie/es würde dissoziiert haben
- wir würden dissoziiert haben
- ihr würdet dissoziiert haben
- Sie würden dissoziiert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
bemalenbeschlafenderegulierendissentierendissonierendistanzierendogmatisierendurchexerziereneinmarschierenentzweispringenherumschwadroniereninnervierenverfüllen
