Vervoeging van het werkwoord dezentralisieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord dezentralisieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "dezentralisieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich dezentralisiere
- du dezentralisierst
- er/sie/es dezentralisiert
- wir dezentralisieren
- ihr dezentralisiert
- Sie dezentralisieren
Perfekt
- ich habe dezentralisiert
- du hast dezentralisiert
- er/sie/es hat dezentralisiert
- wir haben dezentralisiert
- ihr habt dezentralisiert
- Sie haben dezentralisiert
Präteritum
- ich dezentralisierte
- du dezentralisiertest
- er/sie/es dezentralisierte
- wir dezentralisierten
- ihr dezentralisiertet
- Sie dezentralisierten
Plusquamperfekt
- ich hatte dezentralisiert
- du hattest dezentralisiert
- er/sie/es hatte dezentralisiert
- wir hatten dezentralisiert
- ihr hattet dezentralisiert
- Sie hatten dezentralisiert
Futur I
- ich werde dezentralisieren
- du wirst dezentralisieren
- er/sie/es wird dezentralisieren
- wir werden dezentralisieren
- ihr werdet dezentralisieren
- Sie werden dezentralisieren
Futur II
- ich werde dezentralisiert haben
- du wirst dezentralisiert haben
- er/sie/es wird dezentralisiert haben
- wir werden dezentralisiert haben
- ihr werdet dezentralisiert haben
- Sie werden dezentralisiert haben
Vervoeging van het werkwoord "dezentralisieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- dezentralisiere (du)
- dezentralisieren wir
- dezentralisiert ihr
- dezentralisieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "dezentralisieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich dezentralisiere
- du dezentralisierest
- er/sie/es dezentralisiere
- wir dezentralisieren
- ihr dezentralisieret
- Sie dezentralisieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe dezentralisiert
- du habest dezentralisiert
- er/sie/es habe dezentralisiert
- wir haben dezentralisiert
- ihr habet dezentralisiert
- Sie haben dezentralisiert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde dezentralisieren
- du werdest dezentralisieren
- er/sie/es werde dezentralisieren
- wir werden dezentralisieren
- ihr werdet dezentralisieren
- Sie werden dezentralisieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde dezentralisiert haben
- du werdest dezentralisiert haben
- er/sie/es werde dezentralisiert haben
- wir werden dezentralisiert haben
- ihr werdet dezentralisiert haben
- Sie werden dezentralisiert haben
Vervoeging van het werkwoord "dezentralisieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich dezentralisierte
- du dezentralisiertest
- er/sie/es dezentralisierte
- wir dezentralisierten
- ihr dezentralisiertet
- Sie dezentralisierten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte dezentralisiert
- du hättest dezentralisiert
- er/sie/es hätte dezentralisiert
- wir hätten dezentralisiert
- ihr hättet dezentralisiert
- Sie hätten dezentralisiert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde dezentralisieren
- du würdest dezentralisieren
- er/sie/es würde dezentralisieren
- wir würden dezentralisieren
- ihr würdet dezentralisieren
- Sie würden dezentralisieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde dezentralisiert haben
- du würdest dezentralisiert haben
- er/sie/es würde dezentralisiert haben
- wir würden dezentralisiert haben
- ihr würdet dezentralisiert haben
- Sie würden dezentralisiert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
beköstigenbereitstellendekolletierendetektierendevastierendezidierendickendurcharbeiteneinklebenentspringenherumlegenimplantierenvereiteln