Vervoeging van het werkwoord destillieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord destillieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "destillieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich destilliere
  • du destillierst
  • er/sie/es destilliert
  • wir destillieren
  • ihr destilliert
  • Sie destillieren

Perfekt

  • ich habe destilliert
  • du hast destilliert
  • er/sie/es hat destilliert
  • wir haben destilliert
  • ihr habt destilliert
  • Sie haben destilliert

Präteritum

  • ich destillierte
  • du destilliertest
  • er/sie/es destillierte
  • wir destillierten
  • ihr destilliertet
  • Sie destillierten

Plusquamperfekt

  • ich hatte destilliert
  • du hattest destilliert
  • er/sie/es hatte destilliert
  • wir hatten destilliert
  • ihr hattet destilliert
  • Sie hatten destilliert

Futur I

  • ich werde destillieren
  • du wirst destillieren
  • er/sie/es wird destillieren
  • wir werden destillieren
  • ihr werdet destillieren
  • Sie werden destillieren

Futur II

  • ich werde destilliert haben
  • du wirst destilliert haben
  • er/sie/es wird destilliert haben
  • wir werden destilliert haben
  • ihr werdet destilliert haben
  • Sie werden destilliert haben

Vervoeging van het werkwoord "destillieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • destilliere (du)
  • destillieren wir
  • destilliert ihr
  • destillieren Sie

Infinitiv - Präsens

  • destillieren

Infinitiv - Perfekt

  • destilliert haben

Partizip Präsens

  • destillierend

Partizip Perfekt

  • destilliert

Vervoeging van het werkwoord "destillieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich destilliere
  • du destillierest
  • er/sie/es destilliere
  • wir destillieren
  • ihr destillieret
  • Sie destillieren

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe destilliert
  • du habest destilliert
  • er/sie/es habe destilliert
  • wir haben destilliert
  • ihr habet destilliert
  • Sie haben destilliert

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde destillieren
  • du werdest destillieren
  • er/sie/es werde destillieren
  • wir werden destillieren
  • ihr werdet destillieren
  • Sie werden destillieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde destilliert haben
  • du werdest destilliert haben
  • er/sie/es werde destilliert haben
  • wir werden destilliert haben
  • ihr werdet destilliert haben
  • Sie werden destilliert haben

Vervoeging van het werkwoord "destillieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich destillierte
  • du destilliertest
  • er/sie/es destillierte
  • wir destillierten
  • ihr destilliertet
  • Sie destillierten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte destilliert
  • du hättest destilliert
  • er/sie/es hätte destilliert
  • wir hätten destilliert
  • ihr hättet destilliert
  • Sie hätten destilliert

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde destillieren
  • du würdest destillieren
  • er/sie/es würde destillieren
  • wir würden destillieren
  • ihr würdet destillieren
  • Sie würden destillieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde destilliert haben
  • du würdest destilliert haben
  • er/sie/es würde destilliert haben
  • wir würden destilliert haben
  • ihr würdet destilliert haben
  • Sie würden destilliert haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: bekleisternbereinigendehydrierendesodorierendestabilisierendestruierendevastierendüngeneinkehrenentsinnenherumkriegenimaginierenvereidigen