Vervoeging van het werkwoord danksagen in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord danksagen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "danksagen" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich danksage
  • du danksagst
  • er/sie/es danksagt
  • wir danksagen
  • ihr danksagt
  • Sie danksagen

Perfekt

  • ich habe gedanksagt
  • du hast gedanksagt
  • er/sie/es hat gedanksagt
  • wir haben gedanksagt
  • ihr habt gedanksagt
  • Sie haben gedanksagt

Präteritum

  • ich danksagte
  • du danksagtest
  • er/sie/es danksagte
  • wir danksagten
  • ihr danksagtet
  • Sie danksagten

Plusquamperfekt

  • ich hatte gedanksagt
  • du hattest gedanksagt
  • er/sie/es hatte gedanksagt
  • wir hatten gedanksagt
  • ihr hattet gedanksagt
  • Sie hatten gedanksagt

Futur I

  • ich werde danksagen
  • du wirst danksagen
  • er/sie/es wird danksagen
  • wir werden danksagen
  • ihr werdet danksagen
  • Sie werden danksagen

Futur II

  • ich werde gedanksagt haben
  • du wirst gedanksagt haben
  • er/sie/es wird gedanksagt haben
  • wir werden gedanksagt haben
  • ihr werdet gedanksagt haben
  • Sie werden gedanksagt haben

Vervoeging van het werkwoord "danksagen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • danksage (du)
  • danksagen wir
  • danksagt ihr
  • danksagen Sie

Infinitiv - Präsens

  • danksagen

Infinitiv - Perfekt

  • gedanksagt haben

Partizip Präsens

  • danksagend

Partizip Perfekt

  • gedanksagt

Vervoeging van het werkwoord "danksagen" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich danksage
  • du danksagest
  • er/sie/es danksage
  • wir danksagen
  • ihr danksaget
  • Sie danksagen

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe gedanksagt
  • du habest gedanksagt
  • er/sie/es habe gedanksagt
  • wir haben gedanksagt
  • ihr habet gedanksagt
  • Sie haben gedanksagt

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde danksagen
  • du werdest danksagen
  • er/sie/es werde danksagen
  • wir werden danksagen
  • ihr werdet danksagen
  • Sie werden danksagen

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde gedanksagt haben
  • du werdest gedanksagt haben
  • er/sie/es werde gedanksagt haben
  • wir werden gedanksagt haben
  • ihr werdet gedanksagt haben
  • Sie werden gedanksagt haben

Vervoeging van het werkwoord "danksagen" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich danksagte
  • du danksagtest
  • er/sie/es danksagte
  • wir danksagten
  • ihr danksagtet
  • Sie danksagten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte gedanksagt
  • du hättest gedanksagt
  • er/sie/es hätte gedanksagt
  • wir hätten gedanksagt
  • ihr hättet gedanksagt
  • Sie hätten gedanksagt

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde danksagen
  • du würdest danksagen
  • er/sie/es würde danksagen
  • wir würden danksagen
  • ihr würdet danksagen
  • Sie würden danksagen

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde gedanksagt haben
  • du würdest gedanksagt haben
  • er/sie/es würde gedanksagt haben
  • wir würden gedanksagt haben
  • ihr würdet gedanksagt haben
  • Sie würden gedanksagt haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: beängstigenbehackendaherkommendanebensetzendankendarangebendarbietendenaturierendurchsteigenentemotionalisierenhereinkriegenhinwegschwemmenunterbringen