Vervoeging van het werkwoord bevorzugen in alle Duitse tijden
                              
 
                              Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord bevorzugen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
                              
 
                              Vervoeging van het werkwoord "bevorzugen" in de Indikativ tijd
                              
 
                              De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
                               
                                                                           Präsens
                                                                                - ich bevorzuge
- du bevorzugst
- er/sie/es bevorzugt
- wir bevorzugen
- ihr bevorzugt
- Sie bevorzugen
                                                                            Perfekt
                                                                                - ich habe bevorzugt
- du hast bevorzugt
- er/sie/es hat bevorzugt
- wir haben bevorzugt
- ihr habt bevorzugt
- Sie haben bevorzugt
                                                                            Präteritum
                                                                                - ich bevorzugte
- du bevorzugtest
- er/sie/es bevorzugte
- wir bevorzugten
- ihr bevorzugtet
- Sie bevorzugten
                                                                                                                                                Plusquamperfekt
                                                                                - ich hatte bevorzugt
- du hattest bevorzugt
- er/sie/es hatte bevorzugt
- wir hatten bevorzugt
- ihr hattet bevorzugt
- Sie hatten bevorzugt
                                                                            Futur I
                                                                                - ich werde bevorzugen
- du wirst bevorzugen
- er/sie/es wird bevorzugen
- wir werden bevorzugen
- ihr werdet bevorzugen
- Sie werden bevorzugen
                                                                            Futur II
                                                                                - ich werde bevorzugt haben
- du wirst bevorzugt haben
- er/sie/es wird bevorzugt haben
- wir werden bevorzugt haben
- ihr werdet bevorzugt haben
- Sie werden bevorzugt haben
                                                                     
                              Vervoeging van het werkwoord "bevorzugen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
                              
                                 
                              De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
                              
                              De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
                              
                                                                                                            Imperativ Präsens
                                                                                - bevorzuge (du)
- bevorzugen wir
- bevorzugt ihr
- bevorzugen Sie
                                                                                                                                                                                  
                              Vervoeging van het werkwoord "bevorzugen" in de Konjunktiv I in het Duits
                              
                                 
                              De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv I Präsens
                                                                                - ich bevorzuge
- du bevorzugest
- er/sie/es bevorzuge
- wir bevorzugen
- ihr bevorzuget
- Sie bevorzugen
                                                                            Konjunktiv I Perfekt
                                                                                - ich habe bevorzugt
- du habest bevorzugt
- er/sie/es habe bevorzugt
- wir haben bevorzugt
- ihr habet bevorzugt
- Sie haben bevorzugt
                                                                                                                                                Konjunktiv I Futur I
                                                                                - ich werde bevorzugen
- du werdest bevorzugen
- er/sie/es werde bevorzugen
- wir werden bevorzugen
- ihr werdet bevorzugen
- Sie werden bevorzugen
                                                                            Konjunktiv I Futur II
                                                                                - ich werde bevorzugt haben
- du werdest bevorzugt haben
- er/sie/es werde bevorzugt haben
- wir werden bevorzugt haben
- ihr werdet bevorzugt haben
- Sie werden bevorzugt haben
                                                                      
                              Vervoeging van het werkwoord "bevorzugen" in de Konjunktiv II in het Duits.
                              
                                 
                              De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
                              
                              Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
                              
                                                                                                            Konjunktiv II Präteritum
                                                                                - ich bevorzugte
- du bevorzugtest
- er/sie/es bevorzugte
- wir bevorzugten
- ihr bevorzugtet
- Sie bevorzugten
                                                                            Konjunktiv II Plusquamperfekt
                                                                                - ich hätte bevorzugt
- du hättest bevorzugt
- er/sie/es hätte bevorzugt
- wir hätten bevorzugt
- ihr hättet bevorzugt
- Sie hätten bevorzugt
                                                                                                                                                Konjunktiv II Futur I
                                                                                - ich würde bevorzugen
- du würdest bevorzugen
- er/sie/es würde bevorzugen
- wir würden bevorzugen
- ihr würdet bevorzugen
- Sie würden bevorzugen
                                                                            Konjunktiv II Futur II
                                                                                - ich würde bevorzugt haben
- du würdest bevorzugt haben
- er/sie/es würde bevorzugt haben
- wir würden bevorzugt haben
- ihr würdet bevorzugt haben
- Sie würden bevorzugt haben
                                                                      
                              Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
                              
                              
                                                                  
                              Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
                              auskostenaussaufenbevormundenbevorteilenbewachenbewässernbummelndraufgebeneinmittenherabflehenhineinstoßenübertouren