Vervoeging van het werkwoord beseelen in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord beseelen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "beseelen" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich beseele
  • du beseelst
  • er/sie/es beseelt
  • wir beseelen
  • ihr beseelt
  • Sie beseelen

Perfekt

  • ich habe beseelt
  • du hast beseelt
  • er/sie/es hat beseelt
  • wir haben beseelt
  • ihr habt beseelt
  • Sie haben beseelt

Präteritum

  • ich beseelte
  • du beseeltest
  • er/sie/es beseelte
  • wir beseelten
  • ihr beseeltet
  • Sie beseelten

Plusquamperfekt

  • ich hatte beseelt
  • du hattest beseelt
  • er/sie/es hatte beseelt
  • wir hatten beseelt
  • ihr hattet beseelt
  • Sie hatten beseelt

Futur I

  • ich werde beseelen
  • du wirst beseelen
  • er/sie/es wird beseelen
  • wir werden beseelen
  • ihr werdet beseelen
  • Sie werden beseelen

Futur II

  • ich werde beseelt haben
  • du wirst beseelt haben
  • er/sie/es wird beseelt haben
  • wir werden beseelt haben
  • ihr werdet beseelt haben
  • Sie werden beseelt haben

Vervoeging van het werkwoord "beseelen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • beseele (du)
  • beseelen wir
  • beseelt ihr
  • beseelen Sie

Infinitiv - Präsens

  • beseelen

Infinitiv - Perfekt

  • beseelt haben

Partizip Präsens

  • beseelend

Partizip Perfekt

  • beseelt

Vervoeging van het werkwoord "beseelen" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich beseele
  • du beseelest
  • er/sie/es beseele
  • wir beseelen
  • ihr beseelet
  • Sie beseelen

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe beseelt
  • du habest beseelt
  • er/sie/es habe beseelt
  • wir haben beseelt
  • ihr habet beseelt
  • Sie haben beseelt

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde beseelen
  • du werdest beseelen
  • er/sie/es werde beseelen
  • wir werden beseelen
  • ihr werdet beseelen
  • Sie werden beseelen

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde beseelt haben
  • du werdest beseelt haben
  • er/sie/es werde beseelt haben
  • wir werden beseelt haben
  • ihr werdet beseelt haben
  • Sie werden beseelt haben

Vervoeging van het werkwoord "beseelen" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich beseelte
  • du beseeltest
  • er/sie/es beseelte
  • wir beseelten
  • ihr beseeltet
  • Sie beseelten

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte beseelt
  • du hättest beseelt
  • er/sie/es hätte beseelt
  • wir hätten beseelt
  • ihr hättet beseelt
  • Sie hätten beseelt

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde beseelen
  • du würdest beseelen
  • er/sie/es würde beseelen
  • wir würden beseelen
  • ihr würdet beseelen
  • Sie würden beseelen

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde beseelt haben
  • du würdest beseelt haben
  • er/sie/es würde beseelt haben
  • wir würden beseelt haben
  • ihr würdet beseelt haben
  • Sie würden beseelt haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: ausfechtenauskugelnberingenbeschweigenbeschwörenbesegelnbesingenblattendesorientiereneingewöhnenhallenhineinbringenüberkämmen