Vervoeging van het werkwoord beschweigen in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord beschweigen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "beschweigen" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich beschweige
  • du beschweigst
  • er/sie/es beschweigt
  • wir beschweigen
  • ihr beschweigt
  • Sie beschweigen

Perfekt

  • ich habe beschwiegen
  • du hast beschwiegen
  • er/sie/es hat beschwiegen
  • wir haben beschwiegen
  • ihr habt beschwiegen
  • Sie haben beschwiegen

Präteritum

  • ich beschwieg
  • du beschwiegst
  • er/sie/es beschwieg
  • wir beschwiegen
  • ihr beschwiegt
  • Sie beschwiegen

Plusquamperfekt

  • ich hatte beschwiegen
  • du hattest beschwiegen
  • er/sie/es hatte beschwiegen
  • wir hatten beschwiegen
  • ihr hattet beschwiegen
  • Sie hatten beschwiegen

Futur I

  • ich werde beschweigen
  • du wirst beschweigen
  • er/sie/es wird beschweigen
  • wir werden beschweigen
  • ihr werdet beschweigen
  • Sie werden beschweigen

Futur II

  • ich werde beschwiegen haben
  • du wirst beschwiegen haben
  • er/sie/es wird beschwiegen haben
  • wir werden beschwiegen haben
  • ihr werdet beschwiegen haben
  • Sie werden beschwiegen haben

Vervoeging van het werkwoord "beschweigen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • beschweige (du)
  • beschweigen wir
  • beschweigt ihr
  • beschweigen Sie
  • beschweig (du)
  • beschweigen wir
  • beschweigt ihr
  • beschweigen Sie

Infinitiv - Präsens

  • beschweigen

Infinitiv - Perfekt

  • beschwiegen haben

Partizip Präsens

  • beschweigend

Partizip Perfekt

  • beschwiegen

Vervoeging van het werkwoord "beschweigen" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich beschweige
  • du beschweigest
  • er/sie/es beschweige
  • wir beschweigen
  • ihr beschweiget
  • Sie beschweigen

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe beschwiegen
  • du habest beschwiegen
  • er/sie/es habe beschwiegen
  • wir haben beschwiegen
  • ihr habet beschwiegen
  • Sie haben beschwiegen

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde beschweigen
  • du werdest beschweigen
  • er/sie/es werde beschweigen
  • wir werden beschweigen
  • ihr werdet beschweigen
  • Sie werden beschweigen

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde beschwiegen haben
  • du werdest beschwiegen haben
  • er/sie/es werde beschwiegen haben
  • wir werden beschwiegen haben
  • ihr werdet beschwiegen haben
  • Sie werden beschwiegen haben

Vervoeging van het werkwoord "beschweigen" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich beschwiege
  • du beschwiegest
  • er/sie/es beschwiege
  • wir beschwiegen
  • ihr beschwieget
  • Sie beschwiegen

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte beschwiegen
  • du hättest beschwiegen
  • er/sie/es hätte beschwiegen
  • wir hätten beschwiegen
  • ihr hättet beschwiegen
  • Sie hätten beschwiegen

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde beschweigen
  • du würdest beschweigen
  • er/sie/es würde beschweigen
  • wir würden beschweigen
  • ihr würdet beschweigen
  • Sie würden beschweigen

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde beschwiegen haben
  • du würdest beschwiegen haben
  • er/sie/es würde beschwiegen haben
  • wir würden beschwiegen haben
  • ihr würdet beschwiegen haben
  • Sie würden beschwiegen haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: ausfallenauskragenbergenbeschulenbeschwerenbeseitigenbläkendesinfiziereneinfüllenhagelnhineinbemühenüberheben