Vervoeging van het werkwoord bergsteigen in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord bergsteigen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "bergsteigen" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

Perfekt

  • ich bin bergstiegen
  • du bist bergstiegen
  • er/sie/es ist bergstiegen
  • wir sind bergstiegen
  • ihr seid bergstiegen
  • Sie sind bergstiegen

Präteritum

Plusquamperfekt

  • ich war bergstiegen
  • du warst bergstiegen
  • er/sie/es war bergstiegen
  • wir waren bergstiegen
  • ihr wart bergstiegen
  • Sie waren bergstiegen

Futur I

  • ich werde bergsteigen
  • du wirst bergsteigen
  • er/sie/es wird bergsteigen
  • wir werden bergsteigen
  • ihr werdet bergsteigen
  • Sie werden bergsteigen

Futur II

  • ich werde bergstiegen sein
  • du wirst bergstiegen sein
  • er/sie/es wird bergstiegen sein
  • wir werden bergstiegen sein
  • ihr werdet bergstiegen sein
  • Sie werden bergstiegen sein

Vervoeging van het werkwoord "bergsteigen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

Infinitiv - Präsens

  • bergsteigen

Infinitiv - Perfekt

  • bergstiegen sein

Partizip Präsens

  • bergsteigend

Partizip Perfekt

  • bergstiegen

Vervoeging van het werkwoord "bergsteigen" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

Konjunktiv I Perfekt

  • ich sei bergstiegen
  • du seiest bergstiegen
  • er/sie/es sei bergstiegen
  • wir seien bergstiegen
  • ihr seiet bergstiegen
  • Sie seien bergstiegen

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde bergsteigen
  • du werdest bergsteigen
  • er/sie/es werde bergsteigen
  • wir werden bergsteigen
  • ihr werdet bergsteigen
  • Sie werden bergsteigen

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde bergstiegen sein
  • du werdest bergstiegen sein
  • er/sie/es werde bergstiegen sein
  • wir werden bergstiegen sein
  • ihr werdet bergstiegen sein
  • Sie werden bergstiegen sein

Vervoeging van het werkwoord "bergsteigen" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich wäre bergstiegen
  • du wärest bergstiegen
  • er/sie/es wäre bergstiegen
  • wir wären bergstiegen
  • ihr wäret bergstiegen
  • Sie wären bergstiegen

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde bergsteigen
  • du würdest bergsteigen
  • er/sie/es würde bergsteigen
  • wir würden bergsteigen
  • ihr würdet bergsteigen
  • Sie würden bergsteigen

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde bergstiegen sein
  • du würdest bergstiegen sein
  • er/sie/es würde bergstiegen sein
  • wir würden bergstiegen sein
  • ihr würdet bergstiegen sein
  • Sie würden bergstiegen sein

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: ausbuchstabierenausglühenbemäntelnbereitmachenbergenbergwandernberücksichtigenbevorratendeformiereneinbekennengrabenhinausstarrenüberbetonen