Vervoeging van het werkwoord aushelfen in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord aushelfen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "aushelfen" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich helfe aus
- du hilfst aus
- er/sie/es hilft aus
- wir helfen aus
- ihr helft aus
- Sie helfen aus
Perfekt
- ich habe ausgeholfen
- du hast ausgeholfen
- er/sie/es hat ausgeholfen
- wir haben ausgeholfen
- ihr habt ausgeholfen
- Sie haben ausgeholfen
Präteritum
- ich half aus
- du halfst aus
- er/sie/es half aus
- wir halfen aus
- ihr halft aus
- Sie halfen aus
Plusquamperfekt
- ich hatte ausgeholfen
- du hattest ausgeholfen
- er/sie/es hatte ausgeholfen
- wir hatten ausgeholfen
- ihr hattet ausgeholfen
- Sie hatten ausgeholfen
Futur I
- ich werde aushelfen
- du wirst aushelfen
- er/sie/es wird aushelfen
- wir werden aushelfen
- ihr werdet aushelfen
- Sie werden aushelfen
Futur II
- ich werde ausgeholfen haben
- du wirst ausgeholfen haben
- er/sie/es wird ausgeholfen haben
- wir werden ausgeholfen haben
- ihr werdet ausgeholfen haben
- Sie werden ausgeholfen haben
Vervoeging van het werkwoord "aushelfen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- hilf (du) aus
- helfen wir aus
- helft ihr aus
- helfen Sie aus
Vervoeging van het werkwoord "aushelfen" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich helfe aus
- du helfest aus
- er/sie/es helfe aus
- wir helfen aus
- ihr helfet aus
- Sie helfen aus
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe ausgeholfen
- du habest ausgeholfen
- er/sie/es habe ausgeholfen
- wir haben ausgeholfen
- ihr habet ausgeholfen
- Sie haben ausgeholfen
Konjunktiv I Futur I
- ich werde aushelfen
- du werdest aushelfen
- er/sie/es werde aushelfen
- wir werden aushelfen
- ihr werdet aushelfen
- Sie werden aushelfen
Konjunktiv I Futur II
- ich werde ausgeholfen haben
- du werdest ausgeholfen haben
- er/sie/es werde ausgeholfen haben
- wir werden ausgeholfen haben
- ihr werdet ausgeholfen haben
- Sie werden ausgeholfen haben
Vervoeging van het werkwoord "aushelfen" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich hälfe aus
- du hälfest aus
- er/sie/es hälfe aus
- wir hälfen aus
- ihr hälfet aus
- Sie hälfen aus
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte ausgeholfen
- du hättest ausgeholfen
- er/sie/es hätte ausgeholfen
- wir hätten ausgeholfen
- ihr hättet ausgeholfen
- Sie hätten ausgeholfen
Konjunktiv II Futur I
- ich würde aushelfen
- du würdest aushelfen
- er/sie/es würde aushelfen
- wir würden aushelfen
- ihr würdet aushelfen
- Sie würden aushelfen
Konjunktiv II Futur II
- ich würde ausgeholfen haben
- du würdest ausgeholfen haben
- er/sie/es würde ausgeholfen haben
- wir würden ausgeholfen haben
- ihr würdet ausgeholfen haben
- Sie würden ausgeholfen haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
annehmenanschwindelnausfädelnaushauenausheilenaussetzenaushungernausschlafenbemehlendarüberliegeneskimotierenherbeikommenschnurspringen
