Vervoeging van het werkwoord aufweinen in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord aufweinen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "aufweinen" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich weine auf
- du weinst auf
- er/sie/es weint auf
- wir weinen auf
- ihr weint auf
- Sie weinen auf
Perfekt
- ich habe aufgeweint
- du hast aufgeweint
- er/sie/es hat aufgeweint
- wir haben aufgeweint
- ihr habt aufgeweint
- Sie haben aufgeweint
Präteritum
- ich weinte auf
- du weintest auf
- er/sie/es weinte auf
- wir weinten auf
- ihr weintet auf
- Sie weinten auf
Plusquamperfekt
- ich hatte aufgeweint
- du hattest aufgeweint
- er/sie/es hatte aufgeweint
- wir hatten aufgeweint
- ihr hattet aufgeweint
- Sie hatten aufgeweint
Futur I
- ich werde aufweinen
- du wirst aufweinen
- er/sie/es wird aufweinen
- wir werden aufweinen
- ihr werdet aufweinen
- Sie werden aufweinen
Futur II
- ich werde aufgeweint haben
- du wirst aufgeweint haben
- er/sie/es wird aufgeweint haben
- wir werden aufgeweint haben
- ihr werdet aufgeweint haben
- Sie werden aufgeweint haben
Vervoeging van het werkwoord "aufweinen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- weine (du) auf
- weinen wir auf
- weint ihr auf
- weinen Sie auf
Vervoeging van het werkwoord "aufweinen" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich weine auf
- du weinest auf
- er/sie/es weine auf
- wir weinen auf
- ihr weinet auf
- Sie weinen auf
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe aufgeweint
- du habest aufgeweint
- er/sie/es habe aufgeweint
- wir haben aufgeweint
- ihr habet aufgeweint
- Sie haben aufgeweint
Konjunktiv I Futur I
- ich werde aufweinen
- du werdest aufweinen
- er/sie/es werde aufweinen
- wir werden aufweinen
- ihr werdet aufweinen
- Sie werden aufweinen
Konjunktiv I Futur II
- ich werde aufgeweint haben
- du werdest aufgeweint haben
- er/sie/es werde aufgeweint haben
- wir werden aufgeweint haben
- ihr werdet aufgeweint haben
- Sie werden aufgeweint haben
Vervoeging van het werkwoord "aufweinen" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich weinte auf
- du weintest auf
- er/sie/es weinte auf
- wir weinten auf
- ihr weintet auf
- Sie weinten auf
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte aufgeweint
- du hättest aufgeweint
- er/sie/es hätte aufgeweint
- wir hätten aufgeweint
- ihr hättet aufgeweint
- Sie hätten aufgeweint
Konjunktiv II Futur I
- ich würde aufweinen
- du würdest aufweinen
- er/sie/es würde aufweinen
- wir würden aufweinen
- ihr würdet aufweinen
- Sie würden aufweinen
Konjunktiv II Futur II
- ich würde aufgeweint haben
- du würdest aufgeweint haben
- er/sie/es würde aufgeweint haben
- wir würden aufgeweint haben
- ihr würdet aufgeweint haben
- Sie würden aufgeweint haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
andockenanheulenaufspannenaufwärtsgehenaufweichenaufweisenaufwindenausgeizenbeflaggenbrandelnerdichtenheranschiebenschablonieren
