Vervoeging van het werkwoord aufhorchen in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord aufhorchen in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "aufhorchen" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich horche auf
- du horchst auf
- er/sie/es horcht auf
- wir horchen auf
- ihr horcht auf
- Sie horchen auf
Perfekt
- ich habe aufgehorcht
- du hast aufgehorcht
- er/sie/es hat aufgehorcht
- wir haben aufgehorcht
- ihr habt aufgehorcht
- Sie haben aufgehorcht
Präteritum
- ich horchte auf
- du horchtest auf
- er/sie/es horchte auf
- wir horchten auf
- ihr horchtet auf
- Sie horchten auf
Plusquamperfekt
- ich hatte aufgehorcht
- du hattest aufgehorcht
- er/sie/es hatte aufgehorcht
- wir hatten aufgehorcht
- ihr hattet aufgehorcht
- Sie hatten aufgehorcht
Futur I
- ich werde aufhorchen
- du wirst aufhorchen
- er/sie/es wird aufhorchen
- wir werden aufhorchen
- ihr werdet aufhorchen
- Sie werden aufhorchen
Futur II
- ich werde aufgehorcht haben
- du wirst aufgehorcht haben
- er/sie/es wird aufgehorcht haben
- wir werden aufgehorcht haben
- ihr werdet aufgehorcht haben
- Sie werden aufgehorcht haben
Vervoeging van het werkwoord "aufhorchen" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- horche (du) auf
- horchen wir auf
- horcht ihr auf
- horchen Sie auf
Vervoeging van het werkwoord "aufhorchen" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich horche auf
- du horchest auf
- er/sie/es horche auf
- wir horchen auf
- ihr horchet auf
- Sie horchen auf
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe aufgehorcht
- du habest aufgehorcht
- er/sie/es habe aufgehorcht
- wir haben aufgehorcht
- ihr habet aufgehorcht
- Sie haben aufgehorcht
Konjunktiv I Futur I
- ich werde aufhorchen
- du werdest aufhorchen
- er/sie/es werde aufhorchen
- wir werden aufhorchen
- ihr werdet aufhorchen
- Sie werden aufhorchen
Konjunktiv I Futur II
- ich werde aufgehorcht haben
- du werdest aufgehorcht haben
- er/sie/es werde aufgehorcht haben
- wir werden aufgehorcht haben
- ihr werdet aufgehorcht haben
- Sie werden aufgehorcht haben
Vervoeging van het werkwoord "aufhorchen" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich horchte auf
- du horchtest auf
- er/sie/es horchte auf
- wir horchten auf
- ihr horchtet auf
- Sie horchten auf
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte aufgehorcht
- du hättest aufgehorcht
- er/sie/es hätte aufgehorcht
- wir hätten aufgehorcht
- ihr hättet aufgehorcht
- Sie hätten aufgehorcht
Konjunktiv II Futur I
- ich würde aufhorchen
- du würdest aufhorchen
- er/sie/es würde aufhorchen
- wir würden aufhorchen
- ihr würdet aufhorchen
- Sie würden aufhorchen
Konjunktiv II Futur II
- ich würde aufgehorcht haben
- du würdest aufgehorcht haben
- er/sie/es würde aufgehorcht haben
- wir würden aufgehorcht haben
- ihr würdet aufgehorcht haben
- Sie würden aufgehorcht haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
absichernabzwackenaufeinanderhäufenaufhellenaufholzenaufhörenaufkeimenaufspülenausschmierenbesegelnentgegenspringengrapsenrezipieren
