Vervoeging van het werkwoord attackieren in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord attackieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "attackieren" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich attackiere
- du attackierst
- er/sie/es attackiert
- wir attackieren
- ihr attackiert
- Sie attackieren
Perfekt
- ich habe attackiert
- du hast attackiert
- er/sie/es hat attackiert
- wir haben attackiert
- ihr habt attackiert
- Sie haben attackiert
Präteritum
- ich attackierte
- du attackiertest
- er/sie/es attackierte
- wir attackierten
- ihr attackiertet
- Sie attackierten
Plusquamperfekt
- ich hatte attackiert
- du hattest attackiert
- er/sie/es hatte attackiert
- wir hatten attackiert
- ihr hattet attackiert
- Sie hatten attackiert
Futur I
- ich werde attackieren
- du wirst attackieren
- er/sie/es wird attackieren
- wir werden attackieren
- ihr werdet attackieren
- Sie werden attackieren
Futur II
- ich werde attackiert haben
- du wirst attackiert haben
- er/sie/es wird attackiert haben
- wir werden attackiert haben
- ihr werdet attackiert haben
- Sie werden attackiert haben
Vervoeging van het werkwoord "attackieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- attackiere (du)
- attackieren wir
- attackiert ihr
- attackieren Sie
Vervoeging van het werkwoord "attackieren" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich attackiere
- du attackierest
- er/sie/es attackiere
- wir attackieren
- ihr attackieret
- Sie attackieren
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe attackiert
- du habest attackiert
- er/sie/es habe attackiert
- wir haben attackiert
- ihr habet attackiert
- Sie haben attackiert
Konjunktiv I Futur I
- ich werde attackieren
- du werdest attackieren
- er/sie/es werde attackieren
- wir werden attackieren
- ihr werdet attackieren
- Sie werden attackieren
Konjunktiv I Futur II
- ich werde attackiert haben
- du werdest attackiert haben
- er/sie/es werde attackiert haben
- wir werden attackiert haben
- ihr werdet attackiert haben
- Sie werden attackiert haben
Vervoeging van het werkwoord "attackieren" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich attackierte
- du attackiertest
- er/sie/es attackierte
- wir attackierten
- ihr attackiertet
- Sie attackierten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte attackiert
- du hättest attackiert
- er/sie/es hätte attackiert
- wir hätten attackiert
- ihr hättet attackiert
- Sie hätten attackiert
Konjunktiv II Futur I
- ich würde attackieren
- du würdest attackieren
- er/sie/es würde attackieren
- wir würden attackieren
- ihr würdet attackieren
- Sie würden attackieren
Konjunktiv II Futur II
- ich würde attackiert haben
- du würdest attackiert haben
- er/sie/es würde attackiert haben
- wir würden attackiert haben
- ihr würdet attackiert haben
- Sie würden attackiert haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
abordnenabschwindelnanvisierenästhetisierenatrophierenaufbackenauflockernauslagernbenebelnempörengeleitenreinkommen