Vervoeging van het werkwoord aluminieren in alle Duitse tijden

Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord aluminieren in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.

Vervoeging van het werkwoord "aluminieren" in de Indikativ tijd

De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.

Präsens

  • ich aluminiere
  • du aluminierst
  • er/sie/es aluminiert
  • wir aluminieren
  • ihr aluminiert
  • Sie aluminieren

Perfekt

  • ich habe aluminoren
  • du hast aluminoren
  • er/sie/es hat aluminoren
  • wir haben aluminoren
  • ihr habt aluminoren
  • Sie haben aluminoren

Präteritum

  • ich aluminor
  • du aluminorst
  • er/sie/es aluminor
  • wir aluminoren
  • ihr aluminort
  • Sie aluminoren

Plusquamperfekt

  • ich hatte aluminoren
  • du hattest aluminoren
  • er/sie/es hatte aluminoren
  • wir hatten aluminoren
  • ihr hattet aluminoren
  • Sie hatten aluminoren

Futur I

  • ich werde aluminieren
  • du wirst aluminieren
  • er/sie/es wird aluminieren
  • wir werden aluminieren
  • ihr werdet aluminieren
  • Sie werden aluminieren

Futur II

  • ich werde aluminoren haben
  • du wirst aluminoren haben
  • er/sie/es wird aluminoren haben
  • wir werden aluminoren haben
  • ihr werdet aluminoren haben
  • Sie werden aluminoren haben

Vervoeging van het werkwoord "aluminieren" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv

De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.

De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.

Imperativ Präsens

  • aluminiere (du)
  • aluminieren wir
  • aluminiert ihr
  • aluminieren Sie
  • aluminier (du)
  • aluminieren wir
  • aluminiert ihr
  • aluminieren Sie

Infinitiv - Präsens

  • aluminieren

Infinitiv - Perfekt

  • aluminoren haben

Partizip Präsens

  • aluminierend

Partizip Perfekt

  • aluminoren

Vervoeging van het werkwoord "aluminieren" in de Konjunktiv I in het Duits

De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.

Konjunktiv I Präsens

  • ich aluminiere
  • du aluminierest
  • er/sie/es aluminiere
  • wir aluminieren
  • ihr aluminieret
  • Sie aluminieren

Konjunktiv I Perfekt

  • ich habe aluminoren
  • du habest aluminoren
  • er/sie/es habe aluminoren
  • wir haben aluminoren
  • ihr habet aluminoren
  • Sie haben aluminoren

Konjunktiv I Futur I

  • ich werde aluminieren
  • du werdest aluminieren
  • er/sie/es werde aluminieren
  • wir werden aluminieren
  • ihr werdet aluminieren
  • Sie werden aluminieren

Konjunktiv I Futur II

  • ich werde aluminoren haben
  • du werdest aluminoren haben
  • er/sie/es werde aluminoren haben
  • wir werden aluminoren haben
  • ihr werdet aluminoren haben
  • Sie werden aluminoren haben

Vervoeging van het werkwoord "aluminieren" in de Konjunktiv II in het Duits.

De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.

Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.

Konjunktiv II Präteritum

  • ich aluminöre
  • du aluminörest
  • er/sie/es aluminöre
  • wir aluminören
  • ihr aluminöret
  • Sie aluminören
  • ich aluminöre
  • du aluminörst
  • er/sie/es aluminöre
  • wir aluminören
  • ihr aluminört
  • Sie aluminören

Konjunktiv II Plusquamperfekt

  • ich hätte aluminoren
  • du hättest aluminoren
  • er/sie/es hätte aluminoren
  • wir hätten aluminoren
  • ihr hättet aluminoren
  • Sie hätten aluminoren

Konjunktiv II Futur I

  • ich würde aluminieren
  • du würdest aluminieren
  • er/sie/es würde aluminieren
  • wir würden aluminieren
  • ihr würdet aluminieren
  • Sie würden aluminieren

Konjunktiv II Futur II

  • ich würde aluminoren haben
  • du würdest aluminoren haben
  • er/sie/es würde aluminoren haben
  • wir würden aluminoren haben
  • ihr würdet aluminoren haben
  • Sie würden aluminoren haben

Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits

Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken: abzeichnenalmenaltertümelnamalgamierenamtshandelnanhustenaufgebenausprägendurchsegelnextendierenparkettieren