Vervoeging van het werkwoord absterben in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord absterben in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "absterben" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich sterbe ab
- du stirbst ab
- er/sie/es stirbt ab
- wir sterben ab
- ihr sterbt ab
- Sie sterben ab
Perfekt
- ich bin abgestorben
- du bist abgestorben
- er/sie/es ist abgestorben
- wir sind abgestorben
- ihr seid abgestorben
- Sie sind abgestorben
Präteritum
- ich starb ab
- du starbst ab
- er/sie/es starb ab
- wir starben ab
- ihr starbt ab
- Sie starben ab
Plusquamperfekt
- ich war abgestorben
- du warst abgestorben
- er/sie/es war abgestorben
- wir waren abgestorben
- ihr wart abgestorben
- Sie waren abgestorben
Futur I
- ich werde absterben
- du wirst absterben
- er/sie/es wird absterben
- wir werden absterben
- ihr werdet absterben
- Sie werden absterben
Futur II
- ich werde abgestorben sein
- du wirst abgestorben sein
- er/sie/es wird abgestorben sein
- wir werden abgestorben sein
- ihr werdet abgestorben sein
- Sie werden abgestorben sein
Vervoeging van het werkwoord "absterben" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- stirb (du) ab
- sterben wir ab
- sterbt ihr ab
- sterben Sie ab
Vervoeging van het werkwoord "absterben" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich sterbe ab
- du sterbest ab
- er/sie/es sterbe ab
- wir sterben ab
- ihr sterbet ab
- Sie sterben ab
Konjunktiv I Perfekt
- ich sei abgestorben
- du seiest abgestorben
- er/sie/es sei abgestorben
- wir seien abgestorben
- ihr seiet abgestorben
- Sie seien abgestorben
Konjunktiv I Futur I
- ich werde absterben
- du werdest absterben
- er/sie/es werde absterben
- wir werden absterben
- ihr werdet absterben
- Sie werden absterben
Konjunktiv I Futur II
- ich werde abgestorben sein
- du werdest abgestorben sein
- er/sie/es werde abgestorben sein
- wir werden abgestorben sein
- ihr werdet abgestorben sein
- Sie werden abgestorben sein
Vervoeging van het werkwoord "absterben" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich stürbe ab
- du stürbest ab
- er/sie/es stürbe ab
- wir stürben ab
- ihr stürbet ab
- Sie stürben ab
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich wäre abgestorben
- du wärest abgestorben
- er/sie/es wäre abgestorben
- wir wären abgestorben
- ihr wäret abgestorben
- Sie wären abgestorben
Konjunktiv II Futur I
- ich würde absterben
- du würdest absterben
- er/sie/es würde absterben
- wir würden absterben
- ihr würdet absterben
- Sie würden absterben
Konjunktiv II Futur II
- ich würde abgestorben sein
- du würdest abgestorben sein
- er/sie/es würde abgestorben sein
- wir würden abgestorben sein
- ihr würdet abgestorben sein
- Sie würden abgestorben sein
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
abschmierenabsteckenabsteppenabstillenabstrampelnanbietenanzüchtenausgebendurchfütternerquickenniederprasseln
