Vervoeging van het werkwoord ähneln in alle Duitse tijden
Hier zijn de vervoegtabellen van het werkwoord ähneln in het Duits. Om de vervoeging van een ander Duits werkwoord te zoeken, kun je hier klikken.
Vervoeging van het werkwoord "ähneln" in de Indikativ tijd
De Indikativ tijd is de meest gebruikte vervoeging in het Duits. Ze maken het mogelijk om een echt feit of echte actie uit te drukken zonder af te wijken van de realiteit.
Präsens
- ich ähnle
- du ähnelst
- er/sie/es ähnelt
- wir ähneln
- ihr ähnelt
- Sie ähneln
- ich ähnele
- du ähnelst
- er/sie/es ähnelt
- wir ähneln
- ihr ähnelt
- Sie ähneln
Perfekt
- ich habe geähnelt
- du hast geähnelt
- er/sie/es hat geähnelt
- wir haben geähnelt
- ihr habt geähnelt
- Sie haben geähnelt
Präteritum
- ich ähnelte
- du ähneltest
- er/sie/es ähnelte
- wir ähnelten
- ihr ähneltet
- Sie ähnelten
Plusquamperfekt
- ich hatte geähnelt
- du hattest geähnelt
- er/sie/es hatte geähnelt
- wir hatten geähnelt
- ihr hattet geähnelt
- Sie hatten geähnelt
Futur I
- ich werde ähneln
- du wirst ähneln
- er/sie/es wird ähneln
- wir werden ähneln
- ihr werdet ähneln
- Sie werden ähneln
Futur II
- ich werde geähnelt haben
- du wirst geähnelt haben
- er/sie/es wird geähnelt haben
- wir werden geähnelt haben
- ihr werdet geähnelt haben
- Sie werden geähnelt haben
Vervoeging van het werkwoord "ähneln" in de Imperativ, de Partizip tijd en de Infinitiv
De Imperativ en de Partizip tijd in Duitse vervoeging. Ze komen vaak voor.
De Imperativ wordt in het Duits gebruikt om orders te geven, iets te eisen van iemand of om iemand te vragen iets te doen. Deze wijs wordt vaak gebruikt in het Duits. De Partizip I en de Partizip II worden gebruikt in plaats van vervoegde werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden.
Imperativ Präsens
- ähnle (du)
- ähneln wir
- ähnelt ihr
- ähneln Sie
Vervoeging van het werkwoord "ähneln" in de Konjunktiv I in het Duits
De hoofdfunctie van de Konjunktiv I in het Duits is indirect spreken, deze tijd wordt minder gebruikt in het Duits.
Konjunktiv I Präsens
- ich ähnle
- du ähnlest
- er/sie/es ähnle
- wir ähnlen
- ihr ähnlet
- Sie ähnlen
Konjunktiv I Perfekt
- ich habe geähnelt
- du habest geähnelt
- er/sie/es habe geähnelt
- wir haben geähnelt
- ihr habet geähnelt
- Sie haben geähnelt
Konjunktiv I Futur I
- ich werde ähneln
- du werdest ähneln
- er/sie/es werde ähneln
- wir werden ähneln
- ihr werdet ähneln
- Sie werden ähneln
Konjunktiv I Futur II
- ich werde geähnelt haben
- du werdest geähnelt haben
- er/sie/es werde geähnelt haben
- wir werden geähnelt haben
- ihr werdet geähnelt haben
- Sie werden geähnelt haben
Vervoeging van het werkwoord "ähneln" in de Konjunktiv II in het Duits.
De Konjunktiv II wordt hoofdzakelijk gebruikt om het onechte uit de drukken in het Duits. Deze tijd wordt niet vaak gebruikt.
Dit creëert een gat tussen spraak en werkelijkheid. De Konjunktiv II wordt gebruik om een hypothese, wens of een zin met een voorwaarde uit te drukken. Deze tijd wordt ook gebruik voor conventionele beleefde uitdrukking in het Duits.
Konjunktiv II Präteritum
- ich ähnelte
- du ähneltest
- er/sie/es ähnelte
- wir ähnelten
- ihr ähneltet
- Sie ähnelten
Konjunktiv II Plusquamperfekt
- ich hätte geähnelt
- du hättest geähnelt
- er/sie/es hätte geähnelt
- wir hätten geähnelt
- ihr hättet geähnelt
- Sie hätten geähnelt
Konjunktiv II Futur I
- ich würde ähneln
- du würdest ähneln
- er/sie/es würde ähneln
- wir würden ähneln
- ihr würdet ähneln
- Sie würden ähneln
Konjunktiv II Futur II
- ich würde geähnelt haben
- du würdest geähnelt haben
- er/sie/es würde geähnelt haben
- wir würden geähnelt haben
- ihr würdet geähnelt haben
- Sie würden geähnelt haben
Zoek naar de vervoeging van een ander werkwoord in het Duits
Andere willekeurige werkwoorden om te ontdekken:
abwandelnagglomerierenahndenahnenakkreditierenangrenzenaufeinanderstoßenausmahlendurchschallenexaltierenpackeln
